Griezelverhaal Halloween

Oppassen

Nina is blij als ze een avond op haar zusje Marloes mag passen. De hele avond lekker in de woonkamer films kijken en chips eten, wie wil dat nou niet? Maar als er steeds meer vreemde dingen gebeuren, is dat avondje oppassen toch niet zo leuk als ze van tevoren had gedacht…

Het verhaal

“Ik mag weer op Marloes passen vanavond. Dat betekent dus lekker chips eten voor de tv!” Kim keek me jaloers aan terwijl we de straat overstaken. 

“Lucky!” Ze zuchtte. “Ik wou dat mijn ouders me eens alleen thuis lieten. Ik ben toch geen kind meer? Ik kan best op mezelf passen. Ik ga volgend jaar al naar de middelbare!” We liepen samen naar huis. We woonden zo dicht bij school dat we niet op de fiets hoefden. 

“Misschien hielp het als ik ook een klein zusje of broertje had. Maar nee, mijn ouders vonden één kind wel genoeg.”

“Je mag Marloes wel lenen hoor. Vind ik helemaal niet erg.” Kim lachtte.

“Mag ik Marloes ook lenen?” klonk een spottende stem achter ons. Dat kon maar één persoon zijn. 

“Ga weg, Lex”, zei ik zonder me om te draaien. Lex woonde naast mij en liep dus altijd dezelfde route naar huis als ik en Kim. Hij was een grote fan van alles wat eng was en vond het leuk om mensen te laten schrikken met zijn grappen. Hij gooide dan spinnen in je haar of ging achter de deur staan met een eng masker op om je de stuipen op het lijf te jagen. Eigenlijk vond niemand zijn grappen leuk, maar dat hield hem zeker niet tegen. Kim zou het nooit toegeven, maar ze was een beetje bang voor hem. Ik zat al bijna mijn hele leven bij hem op school, dus ik was inmiddels wel wat gewend. Ik had al zijn grappen wel een keer meegemaakt en hij kon me niet meer laten schrikken. Dat vond hij niet leuk, dus nu probeerde hij me vooral te irriteren. Wat hem trouwens behoorlijk goed lukte. 

“Ik weet niet of je het weet, maar we wonen in dezelfde straat.” Hij sloeg zijn arm om mijn schouder en grijnsde. Ik sloeg zijn arm weg.

“Alsof ik dat ooit kan vergeten”, zuchtte ik. Hij ging voor me lopen, draaide zich om en begon achteruit te lopen. Zo konden we hem niet negeren.

“Jij, ik en Kim… we zijn praktisch beste vrienden. Toch, Kimmie?” Hij knipoogde naar haar en ze kromp een beetje ineen. Ik hoopte dat Lex het niet had gezien, maar aan zijn triomfantelijke gezicht te zien had hij het wel door. Ik wilde hem aan de kant duwen en zeggen dat hij ons met rust moest laten, maar toen zag ik dat hij recht op een lantaarnpaal afliep. Hij zag het niet, omdat hij nog steeds achteruit liep. Ik wisselde een snelle blik met Kim en we probeerden allebei ons lachen in te houden.

“Toch denk ik dat onze wegen hier scheiden”, zei ik plechtig. Lex trok zijn wenkbrauw op.

“Hoezo? We moeten nog een straat verder.” Ik glimlachte lief naar hem en hij keek me meteen achterdochtig aan.

“Doei, Lex.” Ik zwaaide naar hem. Precies op dat moment liep hij tegen de lantaarnpaal op. Het geluid van het trillende metaal van de paal en het gevloek van Lex was door de hele straat te horen. Vlak voordat Kim en ik schaterlachend de bocht om gingen, keek ik nog even achterom. Lex wreef over zijn pijnlijke achterhoofd en staarde me aan. Ik had hem nog nooit zo boos gezien.

 

‘s Avonds was ik het hele voorval met Lex allang weer vergeten en stonden mijn ouders op het punt om weg te gaan. Ze gingen naar een verjaardagsfeest van Kasper, een vriend van mijn vader, die een straat verderop woonde. Mijn moeder had al wel vijf keer op hele bezorgde toon gezegd dat ze de hele avond heel dichtbij waren en dat ik ze altijd kon bereiken. 

“Mam”, zei ik met een zucht toen ze het nog eens zei terwijl ze met haar jas aan in de deuropening stond. Mijn vader stond al buiten. Ik was al een paar keer eerder alleen thuis geweest, dus ik snapte niet waarom ze nog steeds zo bezorgd was. 

“Het huis van Kasper is letterlijk één minuut lopen. Wat kan er nou gebeuren? Ik denk dat ik het wel overleef.”

“Dat is waar.” Ze bleef nog altijd twijfelend in de deuropening staan. Ik rolde met mijn ogen.

“Ma-ham! Ga nou maar.”

“Oké, lieverd. Goed oppassen, hè?” Ze gaf me een zoen op mijn wang. Mijn vader moest haar zowat de deuropening uit slepen, anders was ze waarschijnlijk nooit gegaan. Hij haakte haar arm in die van hem en samen liepen ze de straat uit. Ik zwaaide naar ze tot ze om de hoek verdwenen en gooide toen de voordeur dicht. Eindelijk. 

Ik ging rechtstreeks naar de koelkast om een fles cola te pakken en onderweg naar de woonkamer pakte ik een zak Doritos uit de kast. Daarna liet mezelf op de bank vallen en pakte de afstandsbediening om door Netflix te scrollen. Mijn ouders hadden Marloes al op bed gebracht voordat ze weggingen, dus ik kon kijken wat ik maar wou. 

Ik had net een horrorfilm aangezet die ik eigenlijk niet mocht kijken van mijn ouders toen ik getik hoorde op het raam. Ik schrok even, maar moest toen om mezelf lachen. Snel zette ik de film af en ik verwachtte elk moment het geluid van een sleutel in de deur en mijn ouders die de woonkamer binnenkwamen. Waarom waren ze nu al terug? Waren ze iets vergeten? Maar het bleef stil. Blijkbaar waren mijn ouders toch niet teruggekomen. Ik haalde mijn schouders op en nam een slok cola terwijl ik de film weer opzocht. 

Net op het moment dat ik op ‘afspelen’ drukte, hoorde ik weer getik op het raam. Snel zette ik de film weer af, maar weer hoorde ik niks. Oké… dat was raar. Dit keer stond ik op en gluurde ik tussen de gordijnen door om te zien of er iemand in de tuin stond. Ik zag niemand, maar er lag wel een vreemd voorwerp in de tuin waarvan ik niet precies kon zien wat het was. Ik schoof de gordijnen nog iets verder open en het licht van de woonkamer scheen de tuin in. 

Met een rotgang trok ik de gordijnen weer dicht en deed ik geschrokken een paar stappen achteruit. Het duurde een paar minuten voordat ik weer durfde te kijken. Was dat nou echt wat ik dacht dat het was? Ik keek nog eens goed en ja hoor. In de voortuin lag een grote grijze steen met een kruisje erop. Een grafsteen. Marloes haar naam was met nette letters in de steen gegraveerd. Mijn brein leek niet meer te werken en het zweet brak me uit.

Ik trok de gordijnen weer met een ruk dicht en rende met twee treden tegelijk de trap op. Hardhandig trok ik de deur van Marloes haar slaapkamer open. Mijn ogen moesten even wennen aan het donker, maar gelukkig brandde het nachtlampje die mijn moeder altijd aan moest doen van Marloes voordat ze ging slapen. In twee stappen stond ik naast haar bed. Ze lag met haar hoofd onder de dekens, dus ik kon haar niet zien. Ze zou toch wel echt in haar bed liggen? Mijn hart klopte in mijn keel. Heel voorzichtig trok ik het dekbed een stukje naar beneden. Marloes’ slapende hoofd kwam tevoorschijn. Ze had haar duim in haar mond en ademde heel rustig. Ik moest mijn best doen om geen geluid te maken van opluchting. 

Plotseling bedacht ik me dat stenen niet op ramen kunnen tikken. Iemand had hem daar neergelegd en op het raam geklopt om mijn aandacht te trekken. Lex. Wie anders? Het moest Lex wel zijn. Ik rende de trap af met mijn hart nog steeds in mijn keel, dit keer van woede, trok de voordeur open en rende de voortuin in.

“Lex, jij eikel”, siste ik het donker in. “Kom tevoorschijn!” Ik luisterde goed of ik een ademhaling hoorde of iets hoorde ritselen, maar het bleef akelig stil. 

“Lex!” zei ik nog een keer. Ik verwachtte zijn irritante lach elk moment te horen, maar weer gebeurde er niks. Dat was raar. Hij zou toch wel in buurt willen zijn om te kijken hoe zijn grap zou uitpakken? Toen ik nog steeds niks hoorde, liep ik naar de steen om hem wat beter te bekijken. Hij zou wel van schuim of van plastic zijn. Maar toen ik mijn hand erop legde, was er geen twijfel mogelijk. Dit was een echte steen. Ik probeerde hem op te tillen, maar hij was loodzwaar. Hoe had Lex dat in hemelsnaam voor elkaar gekregen? En hoe kon Marloes haar naam zo netjes in de steen gegraveerd zijn? Alle letters waren perfect recht en allemaal even groot. Lex had het slechtste handschrift van de hele klas. Ik zou hem morgen op school eens flink ondervragen hoe hij dit allemaal had geregeld. Ik liep gefrustreerd naar de voordeur en keek nog één keer over mijn schouder om te kijken of ik Lex ergens kon ontdekken, maar er was nog altijd niks te zien. 

Toen ik eenmaal weer op de bank zat, besloot ik toch maar geen horrorfilm te kijken. Ik had mijn portie horror voor vanavond wel gehad. In plaats daarvan zette ik De Club van de Lelijke Kinderen op. Die had ik al vijf keer gezien, maar dan wist ik tenminste zeker dat er geen enge dingen in voorkwamen. 

Ik was nog niet eens halverwege de film toen ik plots Marloes hoorde gillen. De spanning van een uur geleden schoot meteen weer door mijn lijf terwijl ik de trap op rende en half haar slaapkamer binnenviel, omdat ik door de haast over de drempel struikelde. Ze zat rechtop in bed en keek angstig om haar heen. 

“Wat is er? Voel je je niet goed? Heb je ergens pijn?” ratelde ik. Ze schudde haar hoofd en ik ging bij haar in bed zitten. Het beeld van de grafsteen zat nog vers in mijn geheugen en bezorgd aaide ik over haar haar. 

“Er was een hond. Een hele grote”, snikte ze. “En hij wilde me bijten.” Natuurlijk, ze had een nachtmerrie gehad. Ik slaakte onhoorbaar een zucht van verlichting. Niks aan de hand. Het ging prima met Marloes. Ik moest dat beeld van de grafsteen nu echt uit mijn hoofd zetten. Jemig, wat had Lex met me gedaan? Ik kon me niet herinneren dat ik ooit zo boos op iemand was geweest. Wie bedenkt zoiets? 

“Shht”, zei ik terwijl Marloes me stevig vasthield. “Het was maar een droom.” Ik bleef een tijdje bij haar zitten, tot ze langzaam weer in slaap viel. Ik legde haar voorzichtig weer onder de dekens en trok het dekbed op tot aan haar kin.  

Ik ging weer naar beneden en zette de film weer aan, maar ik kon me niet concentreren. Ik besloot om dan maar op bed te gaan. Zodra ik het lampje boven mijn bed uit deed, viel ik meteen in slaap, om een paar minuten later weer wakker te worden van een gek geluid. Nog half in slaap probeerde ik te ontdekken wat het was. Het kwam uit de hoek van mijn slaapkamer. Het leek wel een stem. De haren in mijn nek gingen overeind staan en ik durfde me niet te bewegen. Wat gebeurde er? De stem was heel zacht, dus ik luisterde nog eens goed. 

“Als je je bed uit komt, pak ik je…” De stem bleef hetzelfde zinnetje herhalen. Steeds weer opnieuw. Mijn hart leek stil te staan en ik dook onder mijn dekbed. De dikke deken dempte de zachte stem en ik hoorde hem amper meer. Bibberend bleef ik liggen zonder te bewegen en wachtte ik tot de enge stem weg zou gaan.

————————————–

Toen ik de volgende ochtend wakker werd, realiseerde ik me dat ik toch in slaap was gevallen. Ik sprong mijn bed uit en rende naar de hoek van de kamer. Het was even zoeken, maar toen haalde ik een klein speakertje tevoorschijn die achter mijn boekenkast was verstopt. Lex had hem daar neergelegd. Ik wist het zeker. Daar zou hij spijt van krijgen. Ik kleedde me snel aan en propte mijn ontbijt naar binnen. Mijn ouders keken me raar aan, maar zeiden er niks van. Toen ik naar buiten liep en de voortuin in keek, was er geen steen meer te zien. Ik inspecteerde de plek in het gras waar hij had gelegen, maar ook daar was niks te zien. Geen grassprietje leek ze zijn verbogen. Mijn mond viel open. Hoe kon dat nou weer? Als ik niet zo zeker was dat hij er had gelegen, zou ik denken dat ik het me verbeeld had. 

Zodra ik op het schoolplein aankwam, kwam Lex op me af lopen met een brede grijns op zijn gezicht. Ik balde mijn vuisten en klemde mijn kaken op elkaar.

“Je ziet er moe uit. Heb je niet zo goed geslapen?” Hij had een gemene blik in zijn ogen. Er stond een juf onze richting op te kijken en het vergde al mijn wilskracht om Lex niet te slaan. Ik zei niks terug, want dat gunde ik hem niet. 

“Nachtmerries zeker?” Hij probeerde serieus te kijken, maar het lukte hem maar half. “Dat overkomt ons allemaal wel eens.” Hij draaide zich om en liep langzaam weg. Terwijl hij dat deed, hoorde ik hem fluisteren.

“Als je je bed uit komt, pak ik je…” Het was precies dezelfde stem als ik vorige avond in mijn slaapkamer hoorde. Ik rende op hem af en smeet het speakertje dat ik in mijn zak had gedaan naast hem op de stenen. Het spatte meteen uit elkaar.

“Hé!” riep hij verontwaardigd. Ik greep hem bij zijn shirt. Ik zag uit mijn ooghoek de juf geschrokken onze kant op komen. 

“Hoe heb je het gedaan? Zeg het!” Lex keek me even verbaasd aan. Hij had duidelijk niet verwacht dat ik achter hem aan zou komen. Maar hij herstelde zich snel en toverde weer die onuitstaanbare grijns op zijn gezicht. 

“Ik weet waar jullie de sleutel van de achterdeur verstoppen, dus ik heb het speakertje in je slaapkamer verstopt.”

“Ja, dat wist ik al”, beet ik hem toe. “En de rest?”

“Hoe bedoel je, de rest?”

“Je weet best wat ik bedoel!” De juf pakte me bij mijn bovenarm en probeerde me van Lex af te trekken, maar het lukte haar niet. Ze wenkte de meester van groep 7, die ook onze kant op kwam. 

“Ik weet niet waar je het over hebt!” zegt Lex. Het klonk overtuigend. Hij kon goed liegen, dat moest ik toegeven.

“De grafsteen natuurlijk! Wie doet zoiets? Dat ging echt te ver, zelfs voor jou.”

“Een grafsteen? Welke grafsteen?”

“Hoe heb je het gedaan? Zeg het!” 

“Ik weet echt niet waar je het over hebt!” Hij keek zo onschuldig dat ik er bijna intrapte. De meester stond inmiddels naast Lex en hielp de juf om mij van hem af te trekken. Terwijl ze mij over het schoolplein begeleidden richting de school, bleef ik over mijn schouder naar Lex schreeuwen.

“Zeg het!” 

“Ik weet niet waar je het over hebt!” Er klonk een wanhopige toon in zijn stem door. Het hele schoolplein stond inmiddels naar mij en Lex te staren. Het laatste wat ik zag voordat de schooldeuren achter me dicht vielen, was het verbijsterde gezicht van Lex, die me met open mond en een enigszins bezorgde blik aanstaarde. 

En plots kwam het nare gevoel in me op dat Lex echt niet wist waar ik het over had…

 

Verder lezen? Bekijk alle griezelverhalen of verhalen vanaf 10 jaar.