peuterverhaal

Bram gaat met de trein

Bram gaat voor het eerst samen met mama met de trein. Maar zo’n trein is toch best wel eng! Bram is een beetje bang en durft niet in te stappen. Gelukkig krijgt hij hulp van een lieve conducteur.

Het verhaal

Bram houdt mama’s hand stevig vast. Hij is toch wel erg groot, zo’n trein! De deuren gaan met een sissend geluid open. “Kom, Bram”, zegt mama. Maar Bram durft niet. 

Hij kijkt naar de mensen die in de trein stappen. Er is een meneer met een pak aan en een stropdas om. Hij kijkt heel serieus. En een oude dame met een rimpelig gezicht. Ze zwaait vriendelijk naar Bram voordat ze instapt. Er komt iemand met een grote koffer voorbij. Die gaat vast bij iemand logeren, denkt Bram. Er zijn mensen met rugzakken en tasjes, mensen met koptelefoons op en mensen die aan het bellen zijn. 

Mama trekt zachtjes aan Brams hand, maar hij blijft staan. Hij vindt zijn speelgoedtreintje veel leuker dan deze grote trein die heel hard bromt en sist. 

“Kom, dan stappen we in”, zegt mama. Maar Bram durft echt niet. 

Dan blaast iemand op een fluitje. Er staan nog een paar mensen buiten die snel in de trein stappen. Bram kijkt naar de mevrouw die op het fluitje blaast. Ze heeft een blauw pak aan en een rood sjaaltje om. 

“Wie is dat?” zegt Bram.

“Dat is de conducteur”, zegt mama. “Zij controleert alle kaartjes van de mensen die in de trein zitten.”

“Waarom blaast ze op een fluitje?”

“Dat betekent dat de trein gaat vertrekken.” De conducteur ziet Bram naar haar kijken en komt naar hem toe. 

“Hallo”, lacht ze. “Gaan jullie ook met de trein mee?” Bram schudt snel zijn hoofd. Mama knijpt zachtjes in zijn hand.

“Eigenlijk wel, maar Bram is een beetje bang”, zegt ze. De conducteur knielt voor Bram neer.

“Is dat zo? Ben je een beetje bang voor de trein?” Bram knikt verlegen.

“Je hoeft niet bang te zijn hoor. Ik werk elke dag in de trein en het is heel leuk.” Bram zegt niks. De trein maakt weer een eng sisgeluid. 

“Maar zal ik je een geheimpje vertellen?” fluistert ze. Bram knikt. 

“De eerste keer dat ik met de trein ging, vond ik het ook heel eng.”

“Echt waar?” zegt Bram. Hij kijkt haar met grote ogen aan. Hij kan het bijna niet geloven.

“Zeker weten”, zegt ze.

“En nu niet meer?”

“Nee, nu niet meer. Weet je waarom?” Bram schudt zijn hoofd.

“Omdat het geweldig is in de trein!” Bram kijkt naar mama. Zij knikt naar hem.

“Het is echt waar”, zegt ze.

“Ik zal je nog een geheimpje verklappen”, zegt de conducteur. Ze buigt nog wat verder naar Bram toe. “De truc is om altijd bij het raam te gaan zitten.”

“Waarom dan?” vraagt Bram nieuwsgierig.

“Weet je wat je allemaal ziet als je in de trein zit?” Bram schudt zijn hoofd weer. 

“Dan zie je koeien en schapen en paarden die grazen in de wei. Als je geluk hebt, zie je ook herten of huppelende konijntjes en hazen. En soms rijden we naast de snelweg en doen we een wedstrijdje wie het snelste is met de auto’s die daar rijden. En weet je wat? De trein wint altijd.”

“Wauw”, zegt Bram. Dat zou hij eigenlijk wel willen zien.  

“Wat denk je?” zegt de conducteur. “Ga je met mij en mama mee in de trein?” Bram twijfelt. Hij houdt de hand van mama nog wat steviger vast. 

“Weet je wat?” zegt de conducteur. “Als jij en mama mee gaan in de trein, dan mag jij op het fluitje blazen dat de trein nu echt gaat vertrekken. Afgesproken?” Dat wil Bram wel. Hij denkt even na.

“Afgesproken”, zegt hij dan.

“Goed zo.” De conducteur geeft hem het fluitje en Bram blaast er zo hard op als hij kan. Een paar mensen stappen snel de trein in.

“Dat doe je goed”, zegt ze lachend. “Je kan wel conducteur worden, later als je groot bent.” Daar had Bram nog niet over nagedacht. Maar eigenlijk lijkt hem dat wel wat! 

“Kom, Bram”, zegt mama. “De trein gaat zo weg.” De conducteur steekt haar hand naar hem uit. En met mama aan zijn ene hand en de conducteur aan de andere, stapt Bram voor het eerst in de trein. Eigenlijk is het helemaal niet zo eng. Het is zelfs best leuk!

Samen met mama zoekt Bram een plekje uit. Hij gaat natuurlijk bij het raam zitten. De conducteur moet aan het werk, dus ze zwaait naar Bram en dan is ze weg. Naar een ander stuk van de trein om kaartjes te controleren. 

De hele rit kijkt Bram uit het raam. Er komt van alles voorbij. Net zoals de conducteur zei! Hij ziet paarden en koeien en schapen. En ook een paar kleine kalfjes. De trein doet een wedstrijdje met de auto’s op de weg en de trein wint. Later, als de trein door het bos rijdt, ziet Bram zelfs een paar konijnen en een eekhoorn. 

Dan komt de conducteur weer door de deur. Mama en Bram zijn aan de beurt om hun kaartjes te laten zien. Mama geeft de kaartjes aan de conducteur. Ze controleert ze met haar apparaatje en geeft ze weer terug.

“Ik zag een eekhoorn!” zegt Bram blij. “En allemaal koeien en schapen.”  

“Echt waar?” zegt de conducteur. “Wat leuk!”

“Ik heb alleen nog geen hert gezien”, zegt Bram. Hij is toch een klein beetje teleurgesteld. De conducteur lacht.

“Kijk dan nog maar eens goed”, zegt ze en ze wijst uit het raam. Bram kijkt naar buiten en ja hoor, daar in de verte staan wel drie herten. Bram kijkt net zo lang tot ze schrikken van de trein en snel wegrennen. 

“Wauw”, zegt hij lachend.

“Ben je nu niet blij dat je met de trein mee bent gegaan?” zegt de conducteur. Bram knikt. Ze knipoogt naar hem en gaat weer verder met kaartjes controleren. 

“Ik weet wat ik later word als ik groot ben”, zegt Bram tegen mama.

“Oh ja?”

Hij knikt. “Ik word conducteur. Dan kan ik elke dag met de trein.”

Mama glimlacht. “Dat lijkt me een hele goede keus.”

 

Meer verhaaltjes voorlezen? Bekijk alle peuterverhalen of kleuterverhalen!