nieuwe-vriendjes

Nieuwe vriendjes

Vandaag is de grote dag! Sam gaat samen met mama twee konijnen ophalen. Hij moest lang wachten, maar nu komen zijn nieuwe vriendjes eindelijk bij hem wonen. Mama en Sam stappen in de auto. Het is niet ver rijden, maar toch duurt het lang vindt Sam. 

Dan stoppen ze bij een mooi huis met een grote tuin. Sam ziet de konijnen nog niet, maar een mevrouw doet de deur open en lacht naar Sam. Ze zegt: daar zijn jullie al. Ze brengt Sam en zijn moeder naar de tuin achter het huis. De tuin heeft een groot grasveld en een vijver met vissen. Sam ziet drie honden die rondjes rennen en met elkaar spelen. En naast de vijver staat een kippenhok met heel veel kippen. Sam probeert ze te tellen, maar ze rennen te snel. Sam vraagt: waar zijn de konijnen? De mevrouw loopt terug naar het huis en roept: Michiel, kom eens! Ze zegt tegen Sam: Michiel zal ze aan je laten zien. 

Er komt een jongen de tuin in lopen. Hij is ongeveer net zo groot als Sam. Hij kijkt Sam boos aan. Dan loopt hij naar de rand van de tuin. Sam loopt achter hem aan naar een houten hok op het grasveld. En dan ziet Sam de konijnen ook. Ze zijn heel pluizig en ze knabbelen aan het gras. Hun neusjes gaan heel snel op en neer. Sam moet er om lachen. Er zitten veel konijnen in het hok en Sam telt ze snel. Het zijn er zes. Hij kijkt naar mama. Welke zijn van mij? vraagt Sam. Mama wijst naar de twee konijnen in de hoek. Ze zegt: die witte met de zwarte vlekken en die bruine. 

Michiel kijkt nog steeds boos. Hij zegt: dat zijn mijn konijnen. Ze zijn niet van jou! Dat maakt Sam verdrietig, maar mama lacht naar Michiel. Ze gaat op haar knieën zitten en zegt: de konijnen zijn jouw vriendjes of niet? Michiel knikt met zijn hoofd. Vriendjes zijn heel belangrijk, zegt mama. En jij hebt heel veel vriendjes hier in de tuin om mee te spelen. Ze wijst naar de konijnen en de honden. Sam wil ook graag zulke vriendjes. Wat zeg je ervan als jij en Sam jullie vriendjes delen? Michiel kijkt haar vragend aan. Mama zegt: Sam neemt twee konijnen mee naar ons huis, maar jij mag komen spelen wanneer je maar wil. Dan kunnen jullie samen met de konijnen spelen. Dat is toch veel leuker dan alleen? En misschien mag Sam wel een keer bij jou komen spelen.

Michiel moet even nadenken. Dan knikt hij langzaam. Mag dat? vraagt Michiel aan zijn moeder. Natuurlijk mag dat, zegt ze. Nu is Michiel niet boos meer. Hij kan zelfs weer een beetje lachen. Ze spreken af dat Michiel over een paar dagen al bij Sam mag komen spelen. De moeder van Michiel haalt de twee konijnen voor Sam uit het hok. Ze zet ze in een grote doos zonder deksel. Zo kan Michiel ze makkelijk meenemen in de auto. Ze hoeven niet lang in de doos te zitten. Thuis staat er al een mooi hok voor ze klaar met stro en water. 

Als mama en Sam weer in de auto zitten houdt Sam de doos met de konijnen goed vast. Nu moet je nog een naam bedenken voor de konijnen, zegt mama. Sam denkt diep na. Dan weet hij het. Wolf en Panda! roept hij. Mama moet lachen en vraagt: waarom noem je ze zo? Nou, zegt Sam, die witte heeft zwarte vlekken net als een panda. En de bruine heeft dezelfde kleur als de wolf op mijn pyjama! Mama zegt: Ik hoop maar dat het hok groot genoeg is voor een wolf en een panda. Mama en Sam moeten lachen. Sam kan niet wachten om thuis met zijn nieuwe vriendjes te spelen.