Tom-en-de-vogel

Tom en de vogel

In de tuin staat een grote boom. En kijk, daar op die tak zit een mooie vogel. Hij is klein en rond. Zijn veren zijn blauw en groen en ook een beetje geel. De vogel fluit een liedje. 

vogel

Maar wat is dat? Daar komt de poes van de buren aan. De poes heet Tom. Hij heeft een bandje om zijn nek. Aan het bandje zit een kleine bel. Triiing hoor je zacht bij elke stap. Wat doet hij in de tuin? Tom kijkt naar de vogel. Hij heeft honger en lust wel een lekkere vogel.

Maar wat gebeurt er nu? Tom klimt in de boom! Hij is heel stil en gaat ook op de tak zitten. De vogel fluit nog steeds een liedje en ziet Tom niet. Oh nee! Dan springt Tom naar de vogel. Hij wil de vogel pakken. Triiing! Dat is de bel van Tom! De vogel hoort de bel en vliegt snel weg. Wat heeft Tom een pech.

 

kat

Tom wil uit de boom. Hij kijkt naar de grond. De tak is heel hoog! Tom is een beetje bang, maar dan klimt hij toch uit de boom. Goed gedaan, Tom! Dan hoort hij iemand fluiten. Hij kijkt naar de tak in de boom. Kijk nou! De vogel zit weer op de tak. Hij fluit naar Tom. 

Maar Tom is moe en wil de vogel niet meer pakken. Daar gaat hij weer, terug naar de tuin van de buren. De bel rinkelt bij elke stap. Triiing, triiing!