kinderverhaal

Max de vis gaat op avontuur

Max de vis heeft een heel normaal leven. Hij leeft in een vissenkom in de slaapkamer van zijn beste vriend Nico. Maar als er een klein ongelukje gebeurt met een potje magische glitter, komt Max in een onverwachts avontuur terecht.

Het verhaal

Max was een vis en woonde in een vissenkom. Hij was een hele normale vis, met een heel normaal leven. Hij zwom, hij at en deed alle dingen die vissen nou eenmaal doen. Maar soms gebeuren er bijzondere dingen, zelfs als je heel normaal bent. En dat is ook wat Max overkwam. 

Max had een baasje die Nico heette en Nico was zijn beste vriend. De vissenkom van Max stond op Nico’s slaapkamer, bovenop zijn ladenkast. Zo konden ze elkaar altijd goed zien. Dat was fijn, want ze hielden ervan om samen gek te doen. Dan sprong Nico zijn hele kamer rond en deed Max salto’s in zijn vissenkom.

Boven de vissenkom van Max hing een houten plank hoog aan de muur. Daar stond allemaal speelgoed van Max waar hij bijna nooit mee speelde. De plank stond inmiddels al best vol. Er lagen knuffels, een jojo, een lichtgevende stuiterbal, een zak met knikkers, een paar leesboeken en wat kapotte Lego. Ook lag er een bolletje sokken, maar dat was omdat Nico het per ongeluk op de plank had gegooid en daarna was vergeten. 

Op de plank stond ook nog iets anders. Het was een blauw potje met gekleurde glitters. ‘Feeënstof’ stond erop. Nico had het gekregen op een kinderfeestje, maar wist niet wat hij met al die glitters moest doen. En dus stond het al een tijdje op de plank. Op zich was daar niks geks aan, behalve dat het potje wel erg dicht bij de rand stond. Precies boven de vissenkom van Max. Maar Max maakte zich er geen zorgen over. Dat deed hij namelijk nooit. Hij was een gewone vis en die maakten geen bijzondere dingen mee. 

Maar dat had Max verkeerd gedacht, want nog geen dag later gebeurde er toch iets bijzonders. Nico rende luid lachend de trap op en gooide de deur van zijn slaapkamer open. Hij pakte wat van zijn bed af en rende de kamer weer uit. Terwijl hij dat deed, gooide hij de deur hard achter zich dicht. De plank boven de vissenkom trilde een beetje van de klap en het potje met glitters kieperde over het randje. Het viel met een sierlijke boog naar beneden, precies in de vissenkom van Max. 

Max keek toe hoe de glitter zich langzaam door het water verspreidde. Hij wist niet zeker of hij zich zorgen moest maken. Al die prachtige kleuren zagen er namelijk best wel mooi uit in het water!

Maar terwijl de glitters om hem heen dwarrelden, voelde Max een kietelend gevoel in zijn linkervin. En toen ook in zijn rechtervin. Wat was dat nou? Max schudde met zijn vinnen, maar het hielp niet. Het duurde niet lang voordat zijn staart ook nog begon te trillen.

“Help!” riep Max, maar niemand hoorde hem. En toen… plop. Max was opeens ergens anders. 

Het was donker om hem heen en hij zag bijna niks. Waar was hij nu beland? Max zwom omhoog, zodat hij boven het donkere water uit kon kijken. 

Maar toen hij dat deed, schrok hij zich een hoedje. Hij was in een hele andere wereld terecht gekomen! Hij zwom ineens in een modderige plas, midden in een park. Overal om hem heen zag hij gras en bomen. Er liepen mensen met honden aan een lijn. Sommigen zaten op een kleedje te lezen of te picknicken. En sommigen waren aan het hardlopen. 

Wauw, dacht Max. Dus dit is hoe een park er in het echt uitziet! Hij had wel plaatjes gezien in een boek en soms vertelde Nico hem wat hij allemaal had beleefd in het park. Maar hij had het natuurlijk nog nooit in het echt gezien. Hij woonde in een vissenkom en het enige wat hij kende was de dierenwinkel en de slaapkamer van Nico. 

Opeens zag hij twee kinderen aan de rand van de plas zitten. Ze hadden een visnetje vast en schepten daarmee in het water. Ze wezen enthousiast naar Max. Ze wilden hem vangen! Geschrokken dook Max weg toen het netje recht op hem afkwam. Hij dook onder water, maar daar zag hij helemaal niks. Het water was veel te modderig. Het netje kwam nog een keer op hem af, dit keer onder water. Max zag hem niet, maar voelde het wel langs zijn vin glijden. Ze hadden hem bijna te pakken! Bang kneep Max zijn ogen dicht en wenste zo hard als hij kon dat hij kon ontsnappen. 

Een tijdje gebeurde er helemaal niks, maar toen hoorde hij een zachte plop. Voorzichtig deed hij zijn ogen weer open. Verbaasd keek hij om zich heen. Het was niet meer zo donker, dus hij kon eindelijk iets zien. En wat hij zag was water. Heel veel water. Zoveel water had Max nog nooit gezien. Hij zag zelfs een heleboel vissen om hem heen zwemmen. Sommigen waren net zo klein als hij, maar er zaten ook hele grote vissen tussen. Waar was hij nu terecht gekomen? Nieuwsgierig besloot Max om weer eens een kijkje te nemen boven water. Hij had geen idee waar hij was, maar dat hij niet meer in de modderpoel zwom, dat was wel duidelijk. 

Toen hij zijn kop boven het water uitstak, kon hij bijna niet geloven wat hij zag. Hij was in het grote meer van het park! In de verte kon hij zelfs de twee kinderen zien zitten bij de modderpoel waar hij net vandaan kwam. Hoe was dat mogelijk? Dat moest wel magie zijn! 

Rondom het meer was een groot strand, waar Max allemaal mensen zag die op een handdoekje lagen te zonnen. Ook waren er een heleboel mensen aan het zwemmen in het meer. Sommige mensen zaten in opblaasbootjes te dobberen op het water. Max vond het wel gezellig. Hij had nog nooit met andere vissen gezwommen, laat staan met mensen. 

Max zwom de hele middag in het meer en vond het geweldig. Soms zwom hij samen met de vissen, soms met de mensen. Af en toe gilde iemand als hij per ongeluk een hand of voet aanraakte met zijn gladde vissenlijf. 

“Sorry!” riep Max dan giechelend, ook al konden ze hem niet verstaan. 

Maar aan het einde van de middag had Max toch wel trek gekregen. En tot zijn grote verrassing verschenen er opeens allemaal lekkere hapjes in het water. Ze zaten vast aan haakjes en dobberden rond in het water. Blij zwom hij erop af.

“Pas op!” riep een grote vis tegen hem toen Max een hapje wilde nemen.

“Waarom?” vroeg hij verbaasd. “Ik heb trek en ik zie allemaal lekkere hapjes.”

“Dat zijn hengels van mensen die je willen vangen!”

“Vangen?” vroeg Max verbaasd. “Waarom dan? Ik heb al een baasje.”

“Omdat ze je willen opeten natuurlijk”, zei de grote vis en hij zwom snel weg van de hengels. Opeten? dacht Max. Wie eet er nou een vis? Wat een rare mensen hier. Nico wilde hem toch ook niet opeten?

Snel zwom Max weg van de hengels, maar welke kant hij ook op ging, hij zag er steeds meer verschijnen. Max voelde zijn maag rammelen. Het zag er allemaal zo lekker uit. Zou hij dan niet toch een klein hapje kunnen nemen? 

Maar een andere vis was hem voor. Die zwom naar een van de hapjes en nam een grote hap. Tot Max zijn grote schrik bleef hij meteen hangen aan het haakje en de hengel schoot omhoog. Oh nee! dacht Max. Maar vlak voordat de vis boven het water uitkwam, schoot hij los van het haakje en zwom hij zo snel hij kon weg. Ze wilden hem echt vangen! Geschrokken zwom Max meteen zo ver mogelijk bij de hengels vandaan. 

Misschien was het toch niet zo leuk om in het meer te zwemmen. Het was hier hartstikke gevaarlijk! Max dacht aan zijn eigen veilige vissenkom en plots kreeg hij erge heimwee. Hij miste Nico erg en wilde weer terug naar huis. Zou hij zijn beste vriend ooit nog terugzien?

Verdrietig kneep Max zijn ogen dicht. Als hij maar hard genoeg wenste dat hij weer thuis was, misschien zou het dan wel uitkomen. Hij hoopte maar dat de magie nog niet op was. Hij wilde niet voor de rest van zijn leven in het meer wonen. 

Max dacht aan Nico en hoeveel hij hem miste. Hij stelde zich Nico’s slaapkamer voor, met zijn vissenkom op de kast en de plank vol speelgoed aan de muur. Hij hoopte harder dan hij ooit gehoopt had dat hij daar nu kon zijn. 

Een tijdje gebeurde er niets. Tot Max weer een plop hoorde. En meteen daarna hoorde hij een stem. Dat klonk als Nico! Snel deed Max zijn ogen open. Hij herkende de slaapkamer van Nico meteen. Hij was weer terug in zijn eigen vissenkom! Hij kon zijn geluk niet op. Nico was er niet, maar Max hoorde wel zijn stem op de gang. Zo te horen kwam hij de trap op. 

“Hij is echt weg”, snikte Nico. “De kom was opeens leeg.” De deur van de slaapkamer ging open en Nico en zijn vader kwamen binnen.

“Ik weet echt niet hoe-” Nico stopte meteen met praten toen hij de vissenkom zag.

“Kijk, Max zwemt daar gewoon in de kom. Je hebt vast niet goed gekeken”, zei zijn vader. Nico stond met open mond naar Max te kijken.

“Maar jeetje, Nico”, zei zijn vader. “Wat heb je met het water gedaan?” Het water in de vissenkom glinsterde en had alle kleuren van de regenboog gekregen door het glitter dat van de plank was gevallen. Nico’s vader schudde zijn hoofd en pakte de kom van de kast. 

“Kom, we geven Max weer nieuw water.” Nico hielp zijn vader mee en even later zwom Max weer in een schone vissenkom. Het halflege potje glitter legde Nico’s vader veilig in een la. 

“Niet meer doen”, zei hij tegen Nico toen hij de kom weer op zijn plek op de kast zette. 

“Max was echt weg, pap”, probeerde Nico nog een keer. Maar het was wel duidelijk dat zijn vader hem niet geloofde, want die lachte alleen maar. 

“Kom je zo naar beneden? Het eten is bijna klaar.” En toen was hij weg. Nico ging voor de vissenkom staan en staarde naar Max.

“Waar was je nou?” vroeg hij bezorgd. Maar toen verscheen er een brede lach op zijn gezicht. “Ik ben zo blij dat je weer terug bent.”

Max maakte een salto om te laten zien dat hij ook heel blij was. 

“Het is veel leuker met z’n tweeën,” zei Nico. 

Daar was Max het helemaal mee eens.

 

Wil je verder lezen? Bekijk meer avonturenverhalen of kinderverhalen vanaf 6 jaar