Als Meike ’s ochtends gaat kijken wat er in haar schoentje zit die ze de avond ervoor heeft gezet, vindt ze niet alleen een cadeautje, maar ook een mysterieus briefje. Iemand vraagt haar om hulp, maar wie kan dat zijn?
Het verhaal
Zodra de zon opkwam, sprong Meike uit bed. Ze lag al even te wachten tot ze eindelijk op kon staan. Ze had de avond ervoor namelijk haar schoen gezet en ze stond te popelen om te kijken of er wat in zat. Haar ouders sliepen nog, dus ze rende zo stil mogelijk de trap af. In haar haast was ze vergeten om haar sokken aan te doen en de vloer voelde koud aan haar blote voeten, maar dat maakte Meike niet uit. Ze deed de deur van de woonkamer open en glipte naar binnen. Snel rende ze om de bank heen naar de open haard. Zou haar schoen er nog staan? Ja hoor, hij stond er nog. En dat niet alleen, de wortel die ze er de vorige avond in had gestopt was weg en er zat nu een grote chocoladeletter M in. Witte chocolade natuurlijk, haar favoriet. Blij haalde Meike de chocoladeletter uit haar schoen.
“Dank je wel, Sinterklaas!” fluisterde ze. Ze hield de chocoladeletter in haar hand en twijfelde even. Zou ze nu alvast een stukje opeten? Dat zouden haar ouders vast niet goed vinden, want dan lustte ze geen ontbijt meer. Maar een klein stukje kon toch geen kwaad? Ze luisterde goed of haar ouders al wakker waren geworden, maar ze hoorde niks. Dan sliepen ze vast nog. Misschien kon ze het doosje zo open maken dat ze hem makkelijk weer dicht kon doen. Dan zagen haar ouders ook niet dat de letter een stukje miste.
Meike giechelde zachtjes en peuterde voorzichtig aan het doosje. Hé, maar wat was dat? In haar ooghoek zag Meike dat er nog iets in haar schoen lag. Ze legde de chocoladeletter naast zich neer en viste een stukje papier uit haar schoen. Het was een netjes opgevouwen briefje. Voor: Meike stond er in sierlijke letters op de voorkant. Snel vouwde ze het briefje open. Er stond maar één woord: Help! En daaronder stond een gek tekeningetje met allemaal rechte lijnen met pijlen ertussen. Wat zou dat betekenen?
“Wat heb je in je schoen gekregen?” hoorde ze opeens een slaperige stem achter haar. Bliksemsnel draaide ze zich om en verstopte ze het briefje achter haar rug. Daar stond haar vader in de deuropening. Hij had zijn pyjama nog aan en zijn haar stond recht omhoog. Meike had hem helemaal niet aan horen komen. Snel pakte ze haar chocoladeletter en hield hem omhoog.
“Ah, een chocoladeletter. En een witte nog wel. Sinterklaas kent je goed!” Hij knipoogde naar haar en liep naar de keuken om koffie te zetten.
“Nog niet openmaken, oké? Anders lust je straks geen ontbijt meer en dat vind je moeder niet goed.”
“Oké, pap!” riep Meike terug. Het was maar goed dat hij in de keuken was, want zo kon hij haar schuldige gezicht gelukkig niet zien. Snel drukte ze het hoekje van het doosje waar ze al aan had zitten peuteren weer een beetje plat.
“Ik ga me alvast aankleden”, riep ze de keuken in.
“Is goed, lieverd”, zei haar vader terug. Ze legde de chocoladeletter op de tafel en rende met het briefje naar haar slaapkamer. Nadat ze op haar bed geploft was, vouwde ze het open en bekeek het nog eens goed. Help! Wie zou dat geschreven hebben? Sinterklaas? Maar die kan toch alles zelf? Die heeft helemaal geen hulp nodig. Meike bekeek het tekeningetje op het briefje en volgde de gekke pijlen met haar vinger. Vreemd. Wat zou dat betekenen? Met een zucht stond ze op en liep naar haar kledingkast. Eerst maar eens kleren aantrekken. Misschien kwam ze er straks wel achter wat het briefje betekende.
Terwijl ze haar kledingkast opentrok, hoorde ze geluiden van buiten komen. Ze keek uit het raam en zag dat haar twee buurjongens aan het voetballen waren in de straat achter hun huis. Misschien kon ze straks wel meedoen. Het was tenslotte zaterdag, dus ze hoefde niet naar school. Snel deed ze een broek aan en trok een warme trui over haar hoofd. Terwijl ze haar sokken aantrok, keek ze nog eens naar het briefje. Maar wacht eens even… Die lijnen kwamen haar bekend voor. Ze pakte het briefje en liep weer naar het raam. De straten achter haar huis, die hadden hetzelfde patroon als de lijnen op het briefje. Het tekeningetje was een plattegrond van haar buurt! En de pijlen wezen de weg, als een soort schatkaart. Wat zou ze vinden als ze de pijlen volgde? Er was maar één manier om daarachter te komen!
Zodra ze aan het ontbijt zat met haar ouders, at ze zo snel mogelijk haar broodje hagelslag op en dronk ze met grote slokken haar beker melk in één keer op. Haar ouders zaten haar vreemd aan te kijken.
“Gaat het wel goed, Meike?” vroeg haar moeder.
“Ja hoor”, zei Meike vrolijk. “Mag ik van tafel?” Ze voelde het briefje in haar broekzak branden en stond te popelen om uit te zoeken waar de kaart haar heen zou leiden.
“Nou, vooruit dan maar”, zei haar moeder. Meike wachtte geen seconde langer en sprong meteen van haar stoel. Voordat haar moeder nog iets kon zeggen was ze al de deur uit. Binnen een mum van tijd stond ze in de straat achter haar huis. Haar buurjongens waren er niet meer. Die zaten nu ook vast aan het ontbijt. Meike trok het briefje uit haar zak. Volgens de plattegrond moest ze hier links en dan bij de tweede straat naar rechts. Ze begon te lopen en volgde heel precies de aanwijzingen op het briefje. Ze zigzagde de hele buurt door en kreeg al bijna het gevoel dat er geen einde aan zou komen, tot ze plotseling bij de laatste pijl was aangekomen. Die wees naar de rand van het park dat naast haar woonwijk lag. Haar hart begon sneller te kloppen toen ze het park in liep. Wat zou ze hier vinden? Ze zag moeders en vaders met kinderwagens, mensen die aan het hardlopen waren en mensen die hun hond uitlieten. Sommigen kende ze uit de buurt. Ze zwaaiden naar haar toen ze haar zagen. Meike zag van alles in het park, maar niks bijzonders. Teleurgesteld stopte ze het briefje weer in haar broekzak. Ze wilde zich net teruggaan naar huis, toen ze een stem tussen de bomen vandaan hoorde komen.
“Psst, Meike!” zei de stem. Meike keek in de richting van waar de stem vandaan kwam en zag een felrode veer achter een boom uitsteken.
“Hallo?” zei ze. De veer bewoog en achter de boom kwam een Piet vandaan. Hij wenkte haar. Ze liep naar hem toe.
“Piet? Wat doe jij nou hier? Moet je niet in het Pietenhuis zijn?” vroeg ze verbaasd.
“Ja, eigenlijk wel”, zei hij zenuwachtig, “maar ik heb je hulp nodig.”
“Wacht eens. Heb jij dat briefje in mijn schoen gedaan?” Hij knikte.
“Waarom heb je mijn hulp nodig?” De Piet slaakte een diepe zucht.
“Nou, het zit zo”, zei hij. “Ik zou samen met Chocopiet de schoenen vullen die de kinderen hier in de buurt hebben gezet. Maar nu is Chocopiet heel erg verkouden en kan hij niet mee het dak op, want hij maakt alle kinderen en hun ouders wakker met zijn genies. En nu moet ik dus alles alleen doen, maar er worden hier zoveel schoenen gezet dat het allemaal niet op tijd lukt in mijn eentje. Ik heb een assistent nodig!”
“En nu wil je dat ik je help met… schoenen vullen?”
“Precies!”
“Maar dat kan ik toch helemaal niet? Ik ben geen Piet!”
“Je hebt toch je Pietendiploma gehaald, of niet?” Dat was waar. Ze had een paar dagen geleden haar Pietendiploma gehaald op school. Meike knikte.
“Dan weet je alles wat je moet weten. Dus… ga je me helpen vannacht?” Hij keek haar verwachtingsvol aan. Meike wist niet wat ze moest zeggen. Ze wilde hem heel graag helpen, want ze wilde weleens weten hoe het was om Piet te zijn. Maar wat als ze het niet goed deed? Zou Sinterklaas dan boos zijn? Aan de andere kant, ze was met vlag en wimpel voor haar Pietendiploma geslaagd en de juf zei dat ze een hele goede Piet zou zijn. Dus misschien was ze er juist wel heel goed in.
“Sinterklaas zou je eeuwig dankbaar zijn!” zei de Piet. “En ik ook natuurlijk”, voegde hij er met een glimlach aan toe.
“Oké”, zei Meike. “Ik ga je helpen!”
“Mooi! Dan is dat geregeld”, zei de Piet blij. “Ik haal je vanavond op in je woonkamer als je ouders slapen.” Voordat Meike het wist, was de Piet verdwenen.
—————————————
Die avond lag Meike klaarwakker in haar bed. Haar ouders waren net naar bed gegaan en ze wachtte ongeduldig af tot ze allebei in slaap zouden vallen. Toen ze al een tijdje niks meer had gehoord, sloop ze zachtjes haar bed uit. Ze was met kleren en al in bed gaan liggen, zodat ze zich niet meer hoefde om te kleden. Ze had haar dekbed tot aan haar kin opgetrokken, zodat haar ouders het niet zouden zien. Stilletjes trok ze haar schoenen aan en sloop ze voorzichtig de trap af naar de woonkamer.
Lange tijd gebeurde er niks en Meike begon zich af te vragen of de Piet nog wel zou komen. Ze ijsbeerde zenuwachtig heen en weer voor de open haard. Plotseling hoorde ze een gek geluid in de schoorsteen. Ze ging op haar knieën zitten en stak haar hoofd in de open haard om omhoog te kijken.
“Kijk uit!” riep de Piet, die net op dat moment door de schoorsteen kwam. Zo snel als ze kon trok Meike haar hoofd uit de open haard en schoof ze een stuk naar achteren. Het was net op tijd, want meteen rolde de Piet de open haard uit.
“Nooit je hoofd in de open haard steken”, zei de Piet streng terwijl hij het roet van zijn kleding klopte. “Helemaal niet in Sinterklaastijd”, voegde hij eraan toe.
“Ik dacht dat je niet meer zou komen”, zei Meike.
“Natuurlijk wel. Ik heb je hulp toch nodig? Je ouders vielen alleen niet zo snel in slaap. Wist je dat je moeder soms tot diep in de nacht een boek leest?” Hij schudde afkeurend zijn hoofd. “Ouders kunnen soms erg lastig zijn. Maar goed, ben je er klaar voor?” Meike knikte.
“Mooi zo. Laten we gaan.” Hij wreef opgewonden in zijn handen. Meike deed haar jas aan en liep naar de voordeur.
“Ho, ho”, zei de Piet. “Waar gaan wij heen?”
“Naar… buiten?” zei Meike verward. De Piet schudde zijn hoofd en wees naar de open haard.
“We gaan door de schoorsteen.”
“Maar hoe dan?”
“Nou, gewoon. Klimmen natuurlijk. Je steekt eerst je hoofd in de schoorsteen en de rest volgt vanzelf, geloof me.”
“Ik dacht dat je zei dat ik nooit mijn hoofd in de schoorsteen moest steken.” De Piet zuchtte.
“Behalve als je een Piet bent of een Piet meehelpt natuurlijk. Kom, ik doe het wel voor.” Hij kroop de open haard in en klom behendig door de schoorsteen omhoog. Binnen een paar tellen was hij verdwenen. Meike deed hem precies na en begon omhoog te klimmen. Voor ze het wist was ze al bijna boven. De Piet stond op het dak op haar te wachten en hielp haar de schoorsteen uit.
“Zie je? Fluitje van een cent”, lachte hij. Er stonden twee grote, jute zakken op het dak die waren gevuld met pakjes en snoepgoed. De Piet hees de grootste op zijn rug en hij wees naar de andere.
“Neem jij die mee? We beginnen bij de buren.” Het was natuurlijk maar een paar stappen naar de schoorsteen van de buren, dus ze waren er zo. De Piet gaf Meike twee pakjes aan die hij uit de jute zak haalde.
“Voor je buurjongens”, zei hij. “Deze mag jij helemaal zelf doen. Doe de pakjes in de schoenen bij de haard. Oh, en vergeet niet om mee te nemen wat ze in hun schoen hebben gedaan.” Meike werd een beetje zenuwachtig. Kon ze dit wel? Het was alsof de Piet haar gedachten raadde.
“Je kan het, Meike. Echt waar!” Hij hielp haar de schoorsteen in en nadat ze nog eens diep had ademgehaald, liet ze zichzelf voorzichtig naar beneden glijden. Hoewel ze per ongeluk één van de twee voetbalschoenen omgooide die naast de open haard stonden, ging het eigenlijk best soepel. Snel haalde ze de tekeningen die haar buurjongens hadden gemaakt voor Sinterklaas uit de schoenen en stopten ze de pakjes er weer in. Voorzichtig kroop ze de openhaard in, zodat ze de schoenen niet weer omver zou gooien en schuifelde toen de schoorsteen weer omhoog. Daar stond de Piet nog steeds, maar zo te zien had hij niet stilgezeten, want hij stopte net drie wortels in een zak. Meike overhandigde trots de tekeningen die ze had opgehaald.
“Ah, daar zal Sinterklaas blij mee zijn. Goed gedaan, Meike!” Met een tevreden gezicht deed hij de tekeningen in een zak.
“De volgende twee schoorstenen heb ik al gedaan, maar de derde is helemaal van jou.” Samen gingen ze op pad over de daken. Als Meike de gezette schoenen van een huis had gedaan, dan had de Piet de volgende twee huizen al klaar en zo gingen ze in een rap tempo de hele buurt door.
Toen de eerste zonnestralen over de daken schenen, waren ze net klaar. Ze hadden een hele ronde gedaan en waren weer uitgekomen bij de schoorsteen van Meikes huis. Een grote gaap ontsnapte uit haar mond.
“Tijd om naar bed te gaan”, lachte de Piet.
“Ik wist niet dat schoenen vullen zo veel werk was”, zei ze slaperig.
“Het is een hele klus, maar je hebt het geweldig gedaan. Ik heb nog nooit zo’n goede hulp gehad als jij!” Hij keek haar stralend aan.
Plotseling hoorde Meike het geluid van paardenhoeven dat steeds luider werd. Ze keek om zich heen, maar kon niet ontdekken waar het vandaan kwam. Toen zag ze opeens Sinterklaas op zijn paard een paar daken verderop tot stilstand komen. Haar mond viel open van verbazing. Sinterklaas zwaaide naar haar en gaf haar een knipoog. Meike zwaaide terug. Wauw, het is hem echt! was het enige wat ze kon denken. Toen was hij net zo plots weer verdwenen als hij gekomen was.
“Oh ja”, zei de Piet terwijl hij de zakken met wortels, stro en tekeningen die hij en Meike uit de schoenen hadden gehaald over zijn schouder gooide. “Ik moest van Sinterklaas zeggen dat hij heel dankbaar is dat je hem zo geholpen hebt vannacht. En ook dat er in het Grote Boek van Sinterklaas vanaf nu ‘Hulppiet’ bij jouw naam staat.” Meike wist niet wat ze moest zeggen en voelde haar wangen rood worden. Sinterklaas had haar benoemd tot Hulppiet!
“Ontzettend bedankt voor je hulp, Meike”, zei de Piet. “Als ik ooit weer hulp nodig heb, dan weet ik je te vinden!” Meike knikte.
“Maar nu moet je echt gaan slapen”, zei hij toen ze voor de zoveelste keer moest gapen. Hij hielp haar over het randje van de schoorsteen en keek hoe ze langzaam naar beneden klom. Toen ze op de grond stond, keek ze nog één keer omhoog naar de Piet, die naar haar zwaaide. Ze zwaaide terug.
“Welterusten!” zei hij, en toen was hij verdwenen. Uitgeput liep Meike naar haar slaapkamer en liet ze zich op haar bed vallen. Ze nam niet eens de moeite om haar kleren uit te trekken. Ze was zo moe dat ze meteen in slaap viel.
—————————————
“Meike, wordt eens wakker!” Nog half in slaap deed Meike haar ogen open en zag ze haar moeder naast haar bed staan. Volgens de wekker op haar nachtkastje was het inmiddels al bijna middag.
“Was je zo moe?” vroeg haar moeder verbaasd. “Normaal ben je veel vroeger wakker. En wat zijn die vegen op je gezicht?” Meike haalde haar hand over haar gezicht en keek naar haar vingers, waar nu allemaal zwarte vegen op zaten. Snel klom ze uit bed en liep naar de spiegel. Meteen moest ze lachen. Ze hadden allemaal roet op haar gezicht van al die schoorstenen waar ze doorheen had geklommen. Ze leek wel een Piet! Haar moeder keek haar vreemd aan.
“Waarom heb je trouwens nog een keer je schoen gezet?” zei ze. “Je had gisteren toch al een cadeautje gekregen? Een chocoladeletter als ik me niet vergis?” Schoen gezet? Meike wist niet waar ze het over had, maar volgde haar moeder naar de woonkamer. Ja hoor, daar stond haar schoen, keurig bij de openhaard. En er zat ook een cadeautje in. Nieuwsgierig pakte Meike het uit. Het was nog een witte chocoladeletter, maar dit keer de letter H.
“Nou, die Pieten zijn ook een beetje in de war”, zei haar moeder. “Je hebt helemaal de verkeerde letter gekregen.” Opeens zag Meike dat er ook weer een briefje in haar schoen zat. Toen haar moeder even niet keek, haalde ze hem er snel uit. Voor: Meike stond er weer op de voorkant. Ze vouwde het papiertje open en las:
Lieve Meike,
Voor jouw geweldige hulp en je promotie tot Hulppiet, heb je wel een extra schoencadeautje verdiend dit jaar.
Groetjes,
Sint en Piet
Nu snapte Meike het. De Piet had stiekem haar schoen voor haar gezet toen ze op bed ging. En ze had helemaal niet de verkeerde letter gekregen, maar de H van Hulppiet! Meike moest lachen en boog naar de schoorsteen toe.
“Dank je wel”, fluisterde ze. “Tot volgend jaar!”
Verder lezen? Bekijk alle Sinterklaasverhalen of verhalen vanaf 6 jaar.
Leave a Comment