draak

De jongen en de draak – deel 1

Iedereen heeft wel eens een geheim dat niemand mag weten, toch? Maar als je geheim net als Kai is dat je vrienden bent met een babydraak, dan wordt het allemaal toch iets ingewikkelder. Helemaal als die babydraak alsmaar groter en hongeriger wordt…

Het verhaal

Het was volle maan en het felle, witte licht scheen over de daken van de huizen en de heuvels in de verte. Kai stond op zijn bed en opende zachtjes het raam boven het hoofdeinde. Hij leunde met zijn armen op de rand en keek naar beneden. Niemand te zien. Snel keek hij nog één keer de slaapzaal rond. Aan de regelmatige ademhaling van de andere jongens te horen was iedereen in een diepe slaap. Verder was het muisstil in het weeshuis. Kai klemde een bruin pakketje dat hij net onder zijn bed vandaan had gehaald stevig onder zijn arm. Hij zette af met zijn voeten en behendig als een kat kroop hij door het raam en gleed hij langs de regenpijp naar beneden. Zo snel als zijn voeten hem konden dragen, rende hij door de stille stad. Hij genoot van de wind in zijn gezicht en de adrenaline die door zijn lijf stroomde. Hij kende elke straat, elke steeg en elk plein als zijn broekzak en wist precies waar hij langs moest. Zonder te stoppen rende hij tot hij bij de rand van de stad was en de stenen straten overgingen in weides en groene heuvels. Hijgend liet hij zich in het koele gras vallen. Toen zijn ademhaling weer een beetje gezakt was, stond hij op en trok hij verder de heuvels in.  

Sinds een paar maanden sloop Kai elke nacht het weeshuis uit. Het was het enige moment in de dag dat hij zich vrij voelde en het gevoel had dat alles mogelijk was. De eenzaamheid van het leven in het weeshuis voelde als een gevangenis die steeds kleiner en kleiner werd. De andere jongens in het weeshuis waren best aardig, maar Kai was een buitenbeentje en hoorde nergens echt bij. De enige met wie hij echt goed kon opschieten was Nora, die ook in het weeshuis woonde. Maar de jongens en de meisjes werden zo goed gescheiden gehouden, dat hij haar alleen zag tijdens het eten. Vroeger konden ze nog wel eens wat leuks doen samen als ze vrije tijd hadden en de stad in mochten. Maar er waren de laatste paar jaren zoveel weeskinderen weggelopen en nooit meer teruggekomen, dat ze niet meer zonder begeleiding naar buiten mochten en ook dan werden de jongens en de meisjes gescheiden gehouden. Kai dacht er wel eens aan om ‘s nachts te ontsnappen, maar dan zouden ze hem komen zoeken en zou zijn geheim worden onthuld. En dat wilde hij koste wat kost vermijden. 

Hij liep een tijdje door totdat het heuvellandschap overging in gebergte. Daar bleef hij staan bij de opening van een stenen grot waar een ronkend geluid uit kwam. Kai glimlachte. Zo te horen lag Charlie te slapen. Hij ging de grot in en vond Charlie luid snurkend, opgerold in een hoekje. 

“Charlie, wakker worden!” riep Kai. De babydraak stopte met snurken en deed heel langzaam één oog open. Toen hij Kai zag staan, sprong hij op en rende enthousiast op hem af. 

“Wow, rustig aan”, lachte Kai. Hij viel bijna achterover toen Charlie in zijn armen sprong. Hij was dan wel een babydraak, maar hij was inmiddels al zo groot als een schaap. Blij sloeg hij zijn armen om zijn vriend heen. Toen legde hij het bruine pakketje op de grond en begon het uit te pakken. 

“Kijk wat ik voor je heb”, zei hij terwijl hij verschillende soorten vlees en groenten tevoorschijn haalde. Charlie hupte enthousiast op en neer en begon meteen te eten. Binnen een mum van tijd was het op. Hij keek Kai vragend aan.

“Sorry, jongen. Dat is alles wat ik bij me heb.” Bezorgd aaide hij Charlie over zijn kop. “Je wordt al zo groot dat ik niet weet hoe ik je straks nog genoeg eten kan brengen.” 

Toen Kai een paar uur later, vlak voor zonsopkomst, het weeshuis weer in sloop en zich in zijn bed liet glijden, vroeg hij zich af wat er zou gebeuren als Charlie niet genoeg eten zou krijgen. 

Lang hoefde hij niet op het antwoord te wachten, want een paar dagen later hoorde hij dat er kippen begonnen te verdwijnen van de boerderijen aan de rand van de stad. De meeste mensen dachten dat het vossen waren en wuifden het weg, maar de boeren bleven volhouden dat het iets groters moest zijn geweest. Elke keer als Kai bij Charlie op bezoek ging, leek hij te zijn gegroeid. Hij bracht hem nog steeds eten, maar dat was binnen een paar happen op. Toen hij op een dag kippenveren in de grot vond, was er geen twijfel over mogelijk dat Charlie degene was die de kippen van de boeren opat. Dag na dag verdwenen er meer kippen totdat er bijna niks over was. Toen eieren en kippenvlees schaars begon te worden in de stad, begonnen de mensen de boeren eindelijk serieus te nemen. Tegelijkertijd maakte Kai zich steeds meer zorgen dat ze Charlie zouden ontdekken. Hij was elke nacht op jacht naar kippen en de boeren hadden inmiddels vallen gezet en hielden ‘s nachts de wacht bij hun kippenhokken. Charlie was slim en wist alles te omzeilen, maar het was alleen maar een kwestie van tijd dat ze hem een keer zouden betrappen. Kai begon ‘s nachts eten te stelen van slagers, zodat Charlie genoeg eten had en niet meer achter kippen aan hoefde te gaan, maar het was niet altijd genoeg. Hij was maar in z’n eentje en kon niet meer doen dan hij nu al deed. 

Toen hij een paar nachten later in de keuken van het weeshuis zoveel mogelijk eten verzamelde voor Charlie, hoorde hij opeens een stem achter zich.

“Wat doe je?” Hij verstijfde en draaide zich langzaam om. Hij zag een gedaante in de deuropening staan. Als het maar niet de directeur van het weeshuis is, dacht Kai paniekerig. Zijn straf zou zo groot dat hij Charlie voorlopig niet zou kunnen zien. 

De gedaante deed een stap naar voren en een klein beetje licht viel op haar gezicht. Het was Nora. Kai haalde opgelucht adem. Ze kwam naar hem toe en keek hem vreemd aan.

“Wat ben je aan het doen?” vroeg ze nog een keer. Kai haalde zijn schouders op. 

“Elke keer als ik je zie, ben je helemaal gestrest en zie je eruit alsof je al weken niet slaapt.” “Ik slaap gewoon niet zo goed ‘s nachts. Dat kan toch?” Hij zag aan haar gezicht dat ze er niks van geloofde. Ze staarde hem indringend aan. Kai zuchtte. Hij kende die blik in haar ogen maar al te goed. Ze zou hem niet met rust zou laten voordat hij haar alles had verteld. 

“Kom mee”, zei hij tegen haar en pakte haar hand. 

Hij liet haar door het raam klauteren boven zijn bed en nam haar mee door de stille straten van de stad. Nora bleef maar vragen stellen, maar Kai hield zijn mond totdat ze uiteindelijk voor Charlie’s grot stonden. Er kwam een onheilspellend gegrom uit de grot. Kai was dat wel gewend, maar Nora deed meteen een paar stappen achteruit. Kai pakte haar hand weer vast.

“Vertrouw je me?” Nora twijfelde en keek hem onderzoekend aan. Er klonk weer gegrom uit de grot. Ze deed nog een stap achteruit. Kai liet haar hand niet los. 

“Vertrouw je me?” vroeg hij nog een keer. Er viel even een stilte, maar dit keer knikte ze. Kai nam haar mee de grot in en liet haar Charlie zien, die in een diepe slaap was. Toen Nora de draak zag, deinsde ze geschrokken achteruit, maar Kai lachte geruststellend naar haar. 

“Dit is Charlie”, zei hij. “Ik ontdekte hem hier toen hij nog maar net geboren was. Ik had een klein beetje eten bij me als snack voor onderweg en hij zag er hongerig uit, dus ik gaf het aan hem. Hij leek me wel aardig te vinden, dus de volgende nacht kwam ik hem weer wat eten brengen en sindsdien zijn we vrienden.” 

“Je… bent vrienden geworden met een draak?” zei ze ongelovig. Kai schuifelde heen en weer en staarde naar de grond. Hij voelde zich plots een beetje ongemakkelijk. Was het raar om vrienden te zijn met een draak?

“Dat is waarom je altijd zo moe bent? Je bent elke nacht bij Charlie?” Kai haalde zijn schouders op.

“Ben je niet bang dat zijn moeder hem komt halen?”

“Ik heb in al die maanden geen andere draak gezien. Ik denk dat ze hem verlaten heeft. Of dat er iets met haar is gebeurd. Anders was ze inmiddels wel teruggekomen. Charlie is een wees, net als wij.” Opeens ging er een lichtje branden bij Nora en ze keek Kai verbijsterd aan.

“Dit is waarom al die kippen verdwenen zijn of niet? Charlie eet ze op!” 

“Ik breng hem zo veel eten als ik kan, maar het is niet genoeg”, zuchtte hij. 

“En wat als hij zoveel honger krijgt dat hij jou opeet? Heb je daar wel eens aan gedacht?”

“Dat zou Charlie nooit doen!” zei hij op felle toon. Nora hield verontschuldigend haar handen omhoog.

“Oké, oké. Sorry”, zei ze. “Ik geloof je.” Plotseling keek Kai bezorgd.

“Je vertelt het aan niemand, toch?”

“Natuurlijk niet”, zei ze meteen. “Maar dit hou je niet lang meer vol. Je valt zowat om van vermoeidheid.” Ze ging dichter bij de slapende Charlie staan en bekeek hem van top tot teen. Ze leek na te denken. Toen draaide ze zich weer om naar Kai. 

“Ik ga helpen. Met z’n tweeën kunnen we Charlie meer eten brengen en gaat het sneller.” Ze had weer die vastberadenheid in haar ogen. Kai wist dat protesteren geen zin had, en stiekem wilde hij dat ook helemaal niet. Hij wilde het eigenlijk niet toegeven, maar hij had Nora’s hulp hard nodig. En hij had haar gezelschap de afgelopen tijd zo gemist, dat hij zich nu afvroeg waarom hij zijn geheim niet eerder met haar had gedeeld.

——————————-

Een maand lang gingen Kai en Nora elke nacht samen naar Charlie en namen ze zoveel eten mee als ze konden dragen. Ze haalden stiekem eten uit de keuken van het weeshuis, maar stalen ook eten uit slagerijen en herbergen wanneer ze maar konden. Vooral Nora was daar heel goed in. 

“Ik heb een slechte invloed op je”, zuchtte Kai meer dan eens als ze weer eens triomfantelijk met een grote buit naar buiten kwam. Hij deed altijd zijn best om zijn trotse glimlach te verbergen, maar hij wist dat Nora het wel zag. 

Met z’n tweeën brachten ze genoeg eten naar Charlie dat hij de kippen met rust liet. De rust in de stad keerde terug en de boeren hoefden hun kippenhokken niet meer in de gaten te houden. Maar intussen groeide Charlie gewoon door en werd hij alsmaar groter en groter. Al snel konden ze zijn eetlust zelfs met z’n tweeën niet meer stillen en vloog Charlie ‘s nachts opnieuw zelf naar de stad op zoek naar eten. Dit keer liet hij de kippen met rust, want dat waren inmiddels veel te kleine hapjes geworden voor hem. Hij at nu vooral de schapen op die in de weides rondom de stad aan het grazen waren. Het duurde uiteraard niet lang voordat de boeren doorhadden dat hun schapen verdwenen. Nora en Kai hadden alles gedaan wat ze konden, maar Charlie was nu groter dan een olifant. Daar kwam nog bij dat het alleen maar een kwestie van tijd was voordat de mensen in de stad Charlie een keer zouden zien vliegen.

Al snel zagen meerdere mensen Charlie in de schapenweide landen. Het nieuws dat er een draak in de buurt was ging als een lopend vuurtje de stad rond en het duurde maar even voordat iedereen het erover eens was dat de draak weg moest. Er werden zoektochten op touw gezet en elke dag werden de heuvels uitgekamt. De grot was echter goed verstopt aan de voet van een berg en Nora en Kai deden hun best om de opening van de grot nog extra te verstoppen met takken en bladeren. Dat lukte en de mensen uit de stad konden Charlie’s schuilplaats niet vinden. Maar des te langer de mensen bleven zoeken, des te meer Nora en Kai begrepen dat ze niet zouden opgeven en de grot uiteindelijk toch zouden vinden. 

Dag en nacht zochten groepjes mensen naar Charlie. Toen Kai en Nora op een avond al in bed lagen, werd er overal in de stad alarm geslagen. Er brak grote chaos uit en ook het weeshuis was in rep en roer. Kai en Nora konden makkelijk uit het raam ontsnappen in de chaos en renden door de stad richting de heuvels. Onderweg kwamen ze allemaal mensen tegen in de straten die zich klaar maakten voor een gevecht met de draak. Ze droegen fakkels en zwaarden en hadden van metalen platen schilden gemaakt. Kai maakte zich niet alleen zorgen om Charlie, maar ook om de mensen in de stad. Hun zogenaamde schilden zouden hen niet beschermen als ze in gevecht waren met Charlie. Charlie was nog niet volwassen en kon nog amper vuurspuwen. Hij wist niet hoe hij zich moest verdedigen. Tegelijkertijd was hij in de afgelopen weken nog een stuk groter geworden en met één klap van zijn vleugels kon hij een hele groep mensen omver blazen. Niemand zou ongeschonden uit het gevecht komen.

 

Weten hoe dit afloopt? Lees hier deel 2!

Iets anders lezen? Bekijk alle avonturenverhalenfantasieverhalen of verhalen vanaf 8 jaar.