kinderverhaal

Hannah en Joris

Hannah wil al zo lang ze zich kan herinneren een hondje. Ze heeft zelfs al een naam bedacht! Ze blijft vragen, maar haar ouders vinden honden maar niks. Maar dan is Hannah jarig en doen haar ouders wel heel geheimzinnig. Komt haar droom dan toch uit? 

Het verhaal

Zo lang ze zich kon herinneren had Hannah maar één wens. Het was best een redelijke wens als je erover nadacht. Tenminste, dat vond ze zelf. Het was alleen jammer dat haar ouders daar anders over dachten. 

Wat Hannah het allerliefste wilde, was een hondje. Ze had haar ouders er al zo vaak om gesmeekt. Het hoefde niet eens zo’n grote waakhond te zijn. Al was het maar een piepkleine, of zo eentje uit het asiel die niemand anders meer wilde. 

Maar helaas, hoe vaak ze het ook vroeg en hoe lief ze haar ouders ook aankeek, een hondje kreeg ze niet. 

Het probleem was dat haar ouders helemaal niet van honden hielden. Zul je natuurlijk net zien. Het was niet zo dat Hannah helemaal geen huisdier mocht. Een goudvis vonden ze bijvoorbeeld nog net kunnen. Of een hamster. Maar dan wel eentje die geen lawaai maakte. Alsof dat überhaupt bestond.

Maar Hannah wilde geen goudvis. En ook geen hamster. Ze wilde een hond. 

Ze had de hoop al bijna opgegeven, tot haar op een dag iets vreemds opviel. Ze was namelijk bijna jarig en haar ouders deden al weken heel geheimzinnig. Af en toe keken ze haar aan met een vreemde blik en een gekke glimlach. Het was zelfs een paar keer gebeurd dat Hannah de kamer binnenkwam en haar ouders plots ophielden met praten.

‘Wat is er?’ vroeg ze dan.

‘Niks, hoor’, zeiden haar ouders elke keer in koor en deden daarna net of er niks aan de hand was. Maar dan heel overdreven, op die manier waarvan ouders dachten dat hun kinderen niks doorhadden. 

Maar Hannah had het echt wel door. Dit moest met haar verjaardagscadeau te maken hebben. En de enige reden die ze kon verzinnen waarom haar ouders daar zo geheimzinnig over deden, was waar ze al die tijd op gehoopt had. Ze kreeg een hondje!

De week voor haar verjaardag ging daardoor voor haar gevoel nog langzamer voorbij dan normaal. Op school kon ze amper stilzitten en thuis ging het haar niet veel beter af. 

‘Wat ben je onrustig’, mopperde haar moeder. ‘Is er soms iets?’

‘Nee, hoor’, zei Hannah vrolijk. Daarna zorgde ze dat ze zich uit de voeten maakte. Straks kreeg haar moeder door dat ze allang wist dat ze een hondje voor haar verjaardag kreeg. Wie weet zou haar moeder zich dan wel bedenken. Dat mocht niet gebeuren! 

De tijd kroop belachelijk langzaam voorbij, zoals altijd als je ergens naar uitkijkt. Maar uiteindelijk werd het dan toch de ochtend van Hannahs verjaardag. In haar pyjama zat ze aan de ontbijttafel en wiebelde opgewonden heen en weer in haar stoel. Vandaag ging het gebeuren! Ze was er helemaal klaar voor. Ze had lang geleden al een naam uitgekozen. Haar hondje zou Joris gaan heten. 

Na het ontbijt wisselden haar ouders een blik met elkaar en lachten weer geheimzinnig. 

‘Zullen we dan maar?’ vroeg haar vader aan haar moeder.

Haar moeder stond op en kwam even later terug met een grote doos in haar handen. Hannahs hart maakte een sprongetje toen de doos een beetje heen en weer wiebelde. Haar moeder zette het naast haar op de grond en Hannah hoorde zelfs wat geschuifel uit de doos komen.

Ze kreeg een hond voor haar verjaardag. Ze kreeg echt een hond!

‘Hannah’, zei haar moeder streng, ‘voordat je de doos openmaakt, moet je beloven dat je goed voor hem gaat zorgen. Je moet hem zelf eten geven, met hem spelen en verzorgen.’

‘Ik beloof het!’ riep Hannah meteen. Ze was allang uit haar stoel gesprongen en zat op haar knieën naast de doos op de grond. 

‘Goed dan’, glimlachte haar moeder. ‘Maak maar open.’

Voorzichtig tilde Hannah de deksel met gaatjes van de doos en keek erin.

Twee gele ogen keken terug. 

Dat was… geen hond. 

Verbaasd keek Hannah op naar haar ouders, die haar alleen maar vol verwachting aan zaten te kijken. 

Hannah keek nog eens in de doos. Was dit een grap?

‘Hij heet Joris’, zei haar vader. ‘Net zoals je wilde.’

Hannah kon haar oren niet geloven. Net zoals ze wilde? Wisten haar ouders niet dat er een verschil zat tussen een hond en een kat? En wat in deze doos zat, was overduidelijk een kat. En niet eens zo’n schattige kleine kitten, maar een best wel oude kat met een saaie grijze vacht.

‘We weten dat je een hond wou’, zei haar moeder, nog steeds met een brede lach op haar gezicht, ‘maar honden zijn luid en vies, en je moet ze constant uitlaten.’

‘Dat kan natuurlijk echt niet’, vulde haar vader aan. ‘Daarom besloten we dat een kat een goed alternatief zou zijn. Die zijn een stuk schoner, weet je.’

En saaier, vulde Hannah er in gedachten aan toe. Maar ze glimlachte en deed haar best om haar teleurstelling te verbergen. Ze stak haar hand uit en aaide Joris over zijn kop. Hij kneep zijn ogen een beetje samen. Voor een moment staarden hij en Hannah elkaar aan. Joris leek net zo min onder de indruk te zijn van Hannah als zij van hem.

‘Ik zie het al, beste vrienden vanaf het begin’, zuchtte haar moeder tevreden. 

Hannahs vader haalde zijn telefoon uit zijn zak. ‘Even een foto maken van dit mooie moment.’

Hannah haalde Joris uit de doos en poseerde met hem voor de foto. Daarna propte ze snel het laatste restje ontbijt naar binnen en nam Joris mee naar haar slaapkamer.

‘Zie je wel, ze is hartstikke blij met hem’, hoorde ze door de deur heen haar moeder tegen haar vader zeggen.

Met een diepe zucht zette Hannah Joris op haar bed. Hij draaide een paar rondjes en nestelde zich op het zachte dekbed. Hij volgde elke beweging die Hannah maakte met zijn ogen, maar bewoog verder niet. 

Hannah staarde hem aan. Maar wat moest ze nou met hem? Ze wist helemaal niks over katten. Ze speelden graag met balletjes, toch? Hannah maakte een prop van een velletje papier en rolde dat een paar keer over het dekbed, maar Joris reageerde niet. Daarna pakte ze een paar touwtjes en schommelde ze heen en weer voor zijn neus. Weer reageerde hij niet. Hij keek alleen maar.

De volgende dag nam Hannah een besluit. Ze zou er gewoon maar het beste van maken. Als ze liet zien dat ze goed voor Joris kon zorgen, misschien zou ze later wel een hondje mogen!

En dus probeerde ze steeds weer opnieuw om met Joris te spelen, ook al was het zonder succes. Ze nam hem zelfs een paar keer mee naar buiten. Maar ook dat vond Joris maar niks. Zodra hij één pootje buiten had gezet, wilde hij het liefst zo snel mogelijk weer naar binnen. Hannah leerde al snel dat Joris maar twee dingen leuk vond: eten en slapen. Verder trok hij zich nergens iets van aan. 

Wat zijn katten saai zeg, dacht Hannah voor de zoveelste keer. Als ze een hond had, dan kon ze lekker met hem buitenspelen en hem meenemen naar al haar vrienden in de buurt. Nu durfde ze niet eens aan iemand te vertellen dat ze een kat had gekregen.

Tenslotte wisten zo’n beetje al haar vrienden wat haar grootste droom was. Ze hadden al zo vaak gefantaseerd over alle leuke dingen die ze met z’n allen konden doen als Hannah eenmaal een hond had. Wat zouden ze zeggen als ze de oude, luie kat zagen die op haar bed lag te slapen?

——————————-

Een week later gingen Hannahs ouders op bezoek bij haar tante. Hannah had gevraagd of ze dit keer thuis mocht blijven. Ze zouden niet lang weg zijn, dus haar ouders vonden het goed. 

Hannah had zich nog maar net op de bank genesteld toen de bel ging. Joris keek geïrriteerd op van zijn zachte, warme plekje in de vensterbank. Hannah wist wel dat ze de deur eigenlijk niet open mocht doen als ze alleen thuis was, maar helaas bedacht ze zich dat net te laat en had ze de deur al open getrokken.

In de opening stond een lange, magere man met een klein rond brilletje op zijn neus en donker haar dat strak achterover was gekamd. Hannah had hem nog nooit eerder gezien.

‘Goedenavond, jongedame’, zei hij met een zoete stem. ‘Zijn je ouders thuis?’

Hannah schudde haar hoofd.

‘Zo zo, mag jij helemaal alleen thuis blijven?’ glimlachte hij. 

Hannah wist niet wat ze daarop moest zeggen en staarde hem alleen maar aan. Wat kwam deze man doen? Ze had spijt dat ze de deur open had gedaan.

Ze schuifelde ongemakkelijk heen en weer toen de man nieuwsgierig langs haar heen het huis in keek. 

‘Mag ik misschien even binnenkomen?’

‘Wie bent u dan?’ vroeg Hannah.

‘Ik ben een oude vriend van je ouders. Ik zou vanavond even langskomen. Ze weten ervan.’

Hannah trok haar wenkbrauw op. Als haar ouders wisten dat er iemand op bezoek zou komen, waarom waren ze dan weggegaan? Er klopte iets niet.

‘Het lijkt me beter als u later terugkomt’, zei Hannah. Het kwam er moediger uit dan ze zich voelde. 

‘Dat is niet nodig. Ik kan binnen wel even op ze wachten’, zei de man. Hannah kreeg de kriebels van de manier waarop hij nog steeds glimlachte. Ze wilde dat hij wegging, maar dat leek hij niet van plan te zijn. Hoe kwam ze van hem af? Ze zag maar één oplossing en zonder nog iets te zeggen duwde ze snel de deur dicht. Maar de man was sneller en zette zijn voet tussen de deur. 

Op het moment dat hij de deur weer open duwde en Hannah geschrokken achteruit deinsde, schoot er in een flits iets tussen haar benen door. Iets grijs en pluizigs.

Met een indrukwekkende grom zette Joris zijn nagels in de been van de man. De man huppelde verschrikt achteruit en schopte verwoed met zijn been om Joris af te schudden. Maar Joris gaf niet op.

Verbijsterd keek Hannah toe hoe hij bleef grommen en zelfs zijn scherpe tanden in de huid van de man zette. De man probeerde de kat in paniek van zich af te trekken, maar Joris bleef vasthouden. De man gilde en strompelde nog wat verder achteruit. Hij stond nu midden op de straat en Hannah zag hier en daar al wat gordijnen opzij schuiven van buren die wilden weten wat al dat kabaal te betekenen had.  

De man schopte steeds wilder met zijn been en Joris werd flink door elkaar geschud. Toch liet hij niet los.

‘Joris, kom!’ riep Hannah bezorgd. 

Na nog een laatste diepe grom, liet Joris het been van de man eindelijk met rust en wandelde hij kalm en tevreden terug naar Hannah. Zodra hij binnen was, gooide Hannah snel de deur dicht en liep ze terug naar de woonkamer. Ze gluurde door de gordijnen naar buiten en zag de man nog net de straat uit lopen. Of nou ja, lopen… Het was meer hinkelen. 

Hannah grijnsde breed. Die kwam waarschijnlijk niet snel weer terug. 

‘Goed gedaan, Joris!’ juichte ze.

Joris keek haar voldaan aan met zijn gele ogen. Hannah pakte hem van de grond, zwierde hem even rond en gaf hem een dikke knuffel. Joris wreef met zijn kop tegen haar schouders en begon luid te spinnen. 

Goh, dacht Hannah. Katten zijn toch niet zo saai als ik dacht.

——————————-

De rest van de avond zaten Hannah en Joris samen op de bank. Joris lag dicht tegen Hannah aan, alsof hij vastberaden was haar geen seconde meer alleen te laten. Het leek of hij sliep, maar elke keer als de tv een hard geluidje maakte, deed hij snel één oog open. Pas als hij zag dat er niks aan de hand was, deed hij hem weer dicht. 

Toen Hannahs ouders weer thuis kwamen, zaten ze nog steeds met z’n tweeën op de bank.

‘Ik zie het al. Beste vrienden voor het leven’, knipoogde Hannahs moeder.

‘Ja’, zei Hannah terwijl ze Joris een aai over zijn kop gaf. ‘Beste verjaardagscadeau ooit!’ En ze meende het.

Vlak voordat ze die avond in slaap viel, keek ze nog even naar Joris. Hij lag vredig te slapen op het voeteneind van haar bed. Hij was dan wel lui, maar ook trouw en dapper. Hij had haar gered van die enge man! Eigenlijk was hij gewoon heel lief. 

Ze had dan misschien geen waakhond gekregen, maar wel een waakkat.

En stiekem vond ze dat eigenlijk veel leuker.

 

Verder lezen? Bekijk alle dierenverhalen of verhalen vanaf 8 jaar.