Het is bijna Pakjesavond en de Sint en Pieten zijn hard aan het werk om alles klaar te maken voor de grote dag. Maar dan vindt de Sint opeens allemaal cadeautjes in zijn schoen. Wie zou dat nou hebben gedaan? En waarom?
Het verhaal
Op een mooie herfstochtend stond de Sint vroeg op, want hij moest nog veel doen. Het was nog maar een paar dagen tot Pakjesavond! Vrolijk stapte de Sint uit bed en deed de gordijnen open. De zon scheen en de vogels floten een Sinterklaasliedje.Â
âWat een mooie dagâ, zei de Sint tevreden. Hij kleedde zich snel aan en zette zijn werkpet op zijn hoofd. Toen hij de deur van zijn slaapkamer open deed en naar buiten wilde gaan, bleef hij plotseling staan.Â
âHmm, ik vergeet nog watâ, zei hij tegen zichzelf. âMaar wat?âÂ
Opeens wist hij het. Hij had zijn schoenen nog niet aan! Lachend liep de Sint zijn slaapkamer weer in. Hoe kon hij dat nou vergeten? Hij was vast nog niet helemaal wakker. Zijn schoenen stonden nog netjes naast zijn bed, waar hij ze de vorige avond neer had gezet. Hij ging op zijn bed zitten en deed zijn linkerschoen aan. Maar toen hij zijn voet in zijn rechterschoen stak, trok hij hem er snel weer uit. Wat was dat nou? Zijn hele sok zat onder de kruimels. Verbaasd hield de Sint zijn schoen op de kop. Er rolde een hele hand vol pepernoten uit. De Sint schudde ze verbaasd allemaal uit zijn schoen. Hoe kwamen die daar nu in?
Ach, in ieder geval had hij nu lekker een paar pepernoten op om te eten tijdens zijn werk. Tevreden ging hij op weg naar zijn werkkamer.Â
De Sint werkte de hele dag door en toen de maan al hoog boven de bomen stond, begon hij te gapen.
âTijd om op bed te gaanâ, zei hij slaperig. Toen hij weer terug was in zijn slaapkamer, trok hij zijn schoenen uit en zette ze naast zijn bed. Hij was de pepernoten van vanochtend allang weer vergeten.
De volgende ochtend was het weer zoân mooie zonnige dag en de Sint was in een opperbest humeur.
âWat een geluk heb ik tochâ, zei hij toen hij de vogeltjes weer hoorde fluiten. âEerst maar eens een lekker ontbijtje eten.â Zodra hij zich had aangekleed en zijn sokken aantrok, viel zijn blik op zijn schoenen. Er zat weer iets in! Dit keer geen pepernoten, maar een chocoladeletter. De S van Sint.
âNou ja, zegâ, zei hij. âWie zou dat nou hebben gedaan?â
In gedachten verzonken kwam hij onderweg naar de ontbijtzaal de Hoofdpiet tegen. Hij stond tegen zichzelf te mompelen. De Sint keek verbaasd op.Â
âAlles goed, Hoofdpiet?â vroeg hij.
âAh, Sinterklaas. Eh⊠ja, alles in orde hoor!â Hij lachte nerveus. âMaarâŠâ
âMaar?â vroeg de Sint.
âMaar⊠ik mis een chocoladeletter. Ik weet echt niet hoe het kan, Sinterklaas. Ik heb gisteren nog alle cadeautjes geteld in de pakjeskamer en toen was alles er nog. Nou ja, op een handje vol pepernoten na dan, maar dat is niet zo erg. Maar nu mis ik een chocoladeletter voor Sander. Hij wilde graag zijn hele naam in chocoladeletters, ziet u, maar de S ontbreekt. Nu zou je denken dat dat geen ramp is, want dan krijgt hij alsnog vijf chocoladeletters. Maar ja, hij heet nu eenmaal geen Ander, hĂš?â ratelde de Hoofdpiet. De Sint trok zijn wenkbrauw op.
âDat is merkwaardigâ, zei hij. âMaar weet je wat, Hoofdpiet? Hier heb je een chocoladeletter S. Dan is alles weer in orde en krijgt Sander zijn hele naam in chocoladeletters.â Hij gaf de Hoofdpiet de letter die hij in zijn schoen had gevonden. De Hoofdpiet keek hem verbaasd aan. Hoe kwam Sinterklaas nou aan die letter?
âDag, Hoofdpietâ, zei de Sint en hij liep naar de ontbijtzaal.
âDie Sinterklaasâ, zei de Hoofdpiet en hij schudde zijn hoofd. âDie heeft toch ook overal een oplossing voor.â Met een tevreden gezicht ging hij met de chocoladeletter op weg naar de pakjeskamer.
———————————
Die avond zette de Sint zijn schoenen zoals altijd weer naast zijn bed. Hij ging in bed liggen, maar kon maar niet in slaap komen. Hij dacht alleen maar aan de pepernoten en de chocoladeletter die hij in zijn schoen had gevonden. Hoe zouden die daarin zijn gekomen? En waarom? Hij bleef maar peinzen, maar hij kwam er niet achter. Na een hele lange tijd viel hij uiteindelijk toch in slaap.
De volgende ochtend stapte de Sint nog half slapend uit bed. Maar al bij de eerste stap stootte hij zijn teen aan iets groots. Er lag iets in de weg. De Sint wreef de slaap uit zijn ogen en keek naar wat er voor zijn voeten lag. Het was een pakje! âVoor Sinterklaasâ stond erop geschreven.Â
âMerkwaardigâ, mompelde de Sint. Hij ging op bed zitten en zette het pakje op zijn schoot. Daarna begon hij het uit te pakken. Niet veel later haalde hij een speelgoed stoomboot uit het papier tevoorschijn.Â
âEen stoomboot?â zei de Sint verrast. Hij had het gevoel dat hij het bootje eerder had gezien. Met het bootje onder zijn arm liep hij zijn slaapkamer uit, op zoek naar de Hoofdpiet. Die vond hij al vrij snel. Hij was zenuwachtig heen en weer aan het rennen in de Pakjeskamer.
âHoofdpiet?â vroeg Sinterklaas. âIs er iets?â De Hoofdpiet schrok zo dat hij een klein sprongetje maakte.Â
âSinterklaas! Eh⊠ja! Eh⊠nee, bedoel ik! Alles is onder controle hoor.â Zijn glimlach verdween een beetje. âBehalveâŠâ
âBehalve?â zei de Sint streng.
âBehalve dat er een pakje mist.â
âIs het werkelijk?â De Hoofdpiet knikte en wees naar een lege plek op een plank waar allemaal cadeautjes op lagen.
âKijk, hier moet nog een pakje liggen, maar hij is weg! Ik snap er echt helemaal niks van. Ik heb alles nog dubbel gecontroleerd gisteren, echt waar!â Zenuwachtig wiebelde hij heen en weer. Zou Sinterklaas nu boos zijn? Maar Sinterklaas begon te lachen.
âAh, ik snap het al. Mis je misschien een speelgoed stoomboot?â De Hoofdpiet keek hem verbaasd aan.
âEh ja, dat klopt. Hoe weet u dat?â
âLijkt hij misschien op deze?â Hij haalde de stoomboot onder zijn arm vandaan.
âMaar dat is hem!â zei de Hoofdpiet. âHoe komt u daar nu aan?â
âGevonden in mijn schoen. Hoofdpiet, zou je zo vriendelijk willen zijn om alle Pieten bij elkaar te roepen in de ontbijtzaal?â De Hoofdpiet snapte er niks van, maar hij knikte.Â
âNatuurlijk, Sinterklaas.â
———————————
Niet veel later hadden alle Pieten zich verzameld in de ontbijtzaal. Ze waren druk met elkaar aan het praten. iedereen wilde weten wat er aan de hand was. Zodra Sinterklaas binnen kwam, werd het muisstil.Â
âZo, Pietenâ, zei Sinterklaas. âIk heb jullie hierheen laten komen, omdat er iets vreemds is gebeurd.â De Pieten begonnen druk met elkaar te fluisteren, maar toen de Hoofdpiet ze met een strenge blik aankeek, werden ze snel weer stil.
âIk heb de afgelopen drie nachten cadeautjes in mijn schoen gekregen. Dat is natuurlijk hartstikke leuk, maar die cadeautjes waren eigenlijk bedoeld voor de kinderen. En iedereen weet dat de enigen die cadeautjes in schoenen stoppen Pieten zijn. Dus wie van jullie heeft er cadeautjes in mijn schoen gestopt?â Het was stil in de zaal. Iedereen keek elkaar verbaasd aan, maar niemand zei iets. Plotseling begon er een Piet te huilen. Het was Kleine Pietje. Ze had nog maar net de Pietenschool gedaan en was voor het eerst mee naar Nederland.
âIk was het, Sinterklaasâ, snikte ze. Grote tranen rolden over haar wangen.
âNou, nou, Kleine Pietje. Die tranen zijn toch helemaal niet nodigâ, zei de Sint vriendelijk. Hij gaf haar een zakdoek en klopte troostend op haar schouder. Voorzichtig veegde ze haar tranen weg met de veel te grote zakdoek.
âMaar waarom heb je die cadeautjes in mijn schoen gestopt?â vroeg de Sint toen ze eindelijk weer een beetje kon lachen.
âNou, ik vond het zo sneuâ, zei ze. âU geeft alle kinderen in Nederland cadeautjes, maar krijgt er zelf nooit eentje. En het is nog wel uw verjaardag! Dus ik dacht, als ik uw schoen vul, dan krijgt u ook een keer een cadeautje op uw verjaardag.â De Sint moest hard lachen.Â
âAch, Kleine Pietje. Dat is heel lief van je, maar dat is echt niet nodig. Loop je even met me mee? Dan laat ik je iets zien.â
âOkĂ©, Sinterklaasâ, zei ze terwijl ze de laatste tranen uit haar ogen veegde. Samen liepen ze de ontbijtzaal uit en de trap op.
âGaan we naar de Pakjeskamer?â vroeg Kleine Pietje nieuwsgierig. Maar Sinterklaas schudde zijn hoofd en liep verder de gang in. Daar was een deur die Kleine Pietje nog nooit had gezien. Wat zou daar achter zitten? Nog meer pakjes? Sinterklaas duwde langzaam de deur open en lachte naar Kleine Pietje, die ongeduldig langs hem heen de kamer in probeerde te kijken.
âGa maar kijkenâ, zei Sinterklaas. Kleine Pietje rende meteen de kamer in.Â
âWauw!â riep ze meteen. âWat veel tekeningen!â Ze keek met open mond de kamer rond. De muren waren helemaal bedekt met Sinterklaastekeningen. Sommige tekeningen hingen zelfs aan het plafond, omdat er nergens anders meer plek was.
âWaar komen die allemaal vandaan?â vroeg ze bewonderend. Â
âDit zijn de tekeningen die de kinderen voor mij maken en in hun schoen stoppenâ, zei de Sint glimlachend. âIk krijg dan misschien geen pakjes op mijn verjaardag, maar wel duizenden tekeningen! Meer dan dat kan ik niet wensen. Ik voel me altijd zo jarig als ik naar al die kleurrijke tekeningen kijk.â Vrolijk keek hij in het rond.
âSnap je het nu, Kleine Pietje? Ik heb helemaal geen cadeautjes nodig, want de tekeningen zijn mijn cadeautjes.â
âOooh, ik snap het, Sinterklaas!â zei ze.
âGoed zo. Laat de volgende keer de pakjes maar gewoon liggen voor de kinderenâ, zei Sinterklaas en hij knipoogde naar Kleine Pietje.
âOkĂ©, Sinterklaas! Sorry, Sinterklaas. Ik zal alle pakjes in de Pakjeskamer naar de kinderen brengen. En dan kom ik met tekeningen voor u terug!âÂ
âHeel fijnâ, zei Sinterklaas.Hij glimlachte naar haar. âNou, dag hoor.â Hij liep naar de deur en liet Kleine Pietje alleen achter in de tekeningenkamer.Â
Ze keek nog een keer in het rond en sprong enthousiast op en neer. Daarna rende ze lachend de kamer uit. Vanavond mocht ze schoenen vullen en tekeningen voor Sinterklaas ophalen. Wat zou hij blij zijn!Â
———————————
Die avond stond ze te popelen om op pad te gaan en alle gezette schoenen van de kinderen te vullen.Â
âKom!â riep ze enthousiast toen alle Pieten zich hadden verzameld en ze allemaal een zak cadeautjes mee kregen van de de Hoofdpiet. âWe gaan cadeautjes halen voor Sinterklaas!âÂ
De Hoofdpiet schudde zijn hoofd. Kleine Pietje moest nog veel leren. Sinterklaas kreeg helemaal geen cadeautjes op zijn verjaardag. De kinderen kregen cadeautjes van Sinterklaas!
Maar de Sint had Kleine Pietje ook gehoord en vlak voordat ze naar buiten rende met haar zak cadeautjes, stak hij stiekem zijn duim naar haar op. Kleine Pietje lachte breed en verdween toen de donkere avond in. De Sint floot een vrolijk Sinterklaasliedje.Â
Straks, als de Pieten terug kwamen, kon hij weer allemaal nieuwe tekeningen in zijn tekeningenkamer ophangen. Hij kon niet wachten!
Laat een reactie achter