Een vulkaan woont samen met de waterelfen op een zonnig eiland. Tot de grond op een dag begint te schudden! De waterelfen geven meteen de vulkaan de schuld. Maar hij heeft helemaal niks gedaan. En dan willen de waterelfen ook nog weg van het eiland. Zal de vulkaan helemaal alleen achterblijven?
Het verhaal
Op een zonnig, tropisch eiland stond een vulkaan. Daar leidde hij samen met de waterelfen een vredig bestaan. De waterelfen waren gek op de vele meertjes die het eiland rijk was. Ze hielden er namelijk van om hun eigen spiegelbeeld in het water te bekijken. De vulkaan nam hen die ijdelheid niet kwalijk, want ze waren nou eenmaal prachtig om te zien, met hun vleugels van water die glinsterden als regenbogen in de zon.
Maar toen begon de grond op een dag te schudden. Het water in de meertjes beefde zo erg dat de waterelfen hun spiegelbeeld niet meer konden zien.
“Het is de schuld van de vulkaan”, mopperden ze.
De vulkaan kon er niks aan doen dat de grond schudde, maar ze geloofden hem niet. Dat maakte de vulkaan zo verdrietig dat kleine stroompjes lava als tranen over zijn rand begonnen te lopen.
“Die hete lava laat straks al onze meertjes verdampen”, klaagden de waterelfen.
De vulkaan deed zijn uiterste best om zijn lava binnen te houden. Maar de grond bleef schudden, het water bleef beven en de waterelfen werden alsmaar bozer. Ze misten hun spiegelbeeld!
De vulkaan begon te snikken. De kleine stroompjes lava groeiden uit tot vurige rivieren die over het hele eiland stroomden. De vleugels van de waterelfen begonnen langzaam te verdampen.
“We moeten hier weg!” riepen de waterelfen in paniek.
Ze vertrokken diezelfde dag nog, op zoek naar een ander eiland om te wonen.
De vulkaan was zo eenzaam dat hij niet meer kon ophouden met huilen. Het hele eiland werd bedolven onder zijn gloeiende lava.
Hij schaamde zich zo dat hij een vulkaan was.
Maar toen gebeurde er iets wonderlijks. De lava begon te borrelen en tientallen kleine wezentjes stegen op uit de vlammen. Ze sloegen hun brandende vleugels uit en keken tevreden om zich heen.
Het waren vuurelfen!
“Wat een geweldig eiland”, juichten ze. “Er is zelfs een vulkaan!”
De vulkaan kon zijn oren niet geloven.
“Vinden jullie de lava dan niet erg?” vroeg hij verlegen. “Soms barst ik zomaar uit.”
“Geweldig!” riepen de vuurelfen. “Dat vinden we alleen maar fijn.”
En zo kwam het dat de vuurelfen op het eiland kwamen wonen. Ze dansten het liefst de hele nacht op de borrelende lava. De vulkaan voelde zich gelukkiger dan ooit met zijn nieuwe vrienden.
En het beste van alles? Hij hoefde zijn lava voor niemand meer in te houden!
Wil je verder lezen? Bekijk meer avonturenverhalen, verhalen vanaf 6 jaar of voorleesverhalen voor kleuters.
Laat een reactie achter