Als Lina een monstertje ontdekt in het tuinhuisje, is ze eerst een beetje bang. Maar dan blijkt hij eigenlijk heel lief te zijn! Ze worden al snel beste vrienden. Er is maar één probleem… Hoe houdt ze hem geheim voor haar ouders?
Het verhaal
De deur van het tuinhuisje kraakte toen Lina hem open deed en naar binnen glipte. Snel keek ze achterom naar het huis, maar zo te zien hadden haar ouders niets in de gaten. Het was donker, maar ze durfde het licht niet aan te doen. Dan zouden haar ouders het zeker zien. In plaats daarvan deed ze de zaklamp van haar telefoon aan en scheen ze in de hoek.
“Ik ben het”, fluisterde ze. “Ik heb eten voor je.” Ze haalde een appel en twee boterhammen onder haar jas vandaan. Voorzichtig schuifelde het wezentje dat in hoek zat naar voren en snuffelde aan het eten.
“Pak maar”, glimlachte Lina. Het wezentje, dat ze Miko had genoemd, pakte het met beide handen aan en begon te eten. Zijn ogen lichtten meteen op. Het eten viel duidelijk goed in de smaak. Lina ging op een stoel zitten en keek toe hoe Miko zijn eten opat.
Ze had geen idee wat voor wezen hij precies was of waar hij vandaan kwam. Ze had het natuurlijk wel gevraagd, maar hij had alleen maar in de richting van het bos gewezen. Hij kon niet praten voor zover Lina wist, maar hij kon haar wel verstaan.
Het was nu al een paar weken geleden dat ze hem had ontdekt in het tuinhuisje. Eerst was ze erg geschrokken. Het gebeurde natuurlijk niet elke dag dat je een wezen ontmoette dat een klein monstertje was. Miko zag er op het eerste gezicht ook een beetje eng uit met zijn puntoren, grote gele ogen en scherpe tandjes. Maar al snel had Lina door dat hij heel lief was en gewoon een warm plekje zocht om te wonen. Inmiddels waren ze beste vrienden geworden.
Het probleem was dat niemand erachter mocht komen. Wat zouden ze doen als ze wisten dat er ergens een monster rondliep? Ze zouden vast bang zijn en Miko wegjagen. En dan zou Lina hem nooit meer terugzien. Nee, niemand mocht hem zien. Vooral haar ouders niet.
Ze had hen al zo vaak gesmeekt om een huisdier, maar ze wilden er niks van weten. ‘Dan ben je na twee weken op hem uitgekeken en moeten wij daarna voor hem zorgen’ zeiden ze steeds. Lina had weleens voorgesteld om dan een goudvis te nemen, maar zelfs dat wilden ze niet. Miko was niet alleen een stuk groter dan een goudvis, maar hij kon hen nog verstaan ook. Ze zouden hem sowieso vreselijk vinden. En dan was hij natuurlijk ook nog een monster. Wel een hele lieve, maar toch.
Daarom had Lina er alles aan gedaan dat haar ouders Miko niet zouden ontdekken. Ze zorgde er altijd voor dat hij genoeg te eten kreeg en ze bracht zoveel mogelijk tijd met hem door in het tuinhuisje.
Drie weken lang ging het goed, maar toen kondigde Lina’s vader aan dat hij aan een grote schoonmaak van het tuinhuisje ging beginnen. Hij kreeg regelmatig last van opruimwoede en dan moest er telkens een ander gedeelte van het huis aan geloven. Binnen een paar dagen was alles zo netjes dat je het bijna niet meer herkende en lag er geen enkel stofje meer. De enige ruimtes die nog niet aan de beurt waren geweest, waren Lina’s slaapkamer en het tuinhuisje. Lina’s moeder vond dat Lina oud genoeg was om haar eigen slaapkamer op te ruimen. Daar was Lina haar moeder dankbaar voor, maar dat betekende wel dat het tuinhuisje nu aan de beurt was. En daar zat Miko.
“Eh, pap? Wanneer ga je beginnen met het tuinhuisje?” vroeg ze zo nonchalant mogelijk. Ze zaten aan het avondeten en hij was net enthousiast aan het vertellen over zijn schoonmaakplannen. Hij stond duidelijk te popelen om aan de slag te gaan.
“Ik denk dat ik vanavond alvast ga beginnen”, zei hij.
Lina moest even slikken. Vanavond al! Dan moest ze Miko daar zo snel mogelijk weghalen. Maar hoe ging ze dat doen zonder dat haar ouders het zagen?
“Er staat nog een doos in het tuinhuisje met mijn spullen erin”, zei ze. Ze hoopte dat haar ouders niet zagen dat ze steeds zenuwachtiger werd. “Is het goed als ik die zo eerst even ophaal en op mijn kamer zet?”
“Een doos van jou?” zei haar moeder verbaasd. “Wat zit er in dan?”
“Eh… boeken.” Lina staarde naar haar bord, zodat haar moeder niks aan haar gezicht kon aflezen. Uit haar ooghoek zag ze haar moeder een wenkbrauw optrekken.
“Natuurlijk mag dat”, zei haar vader opgewekt. Hij had geen idee dat ze loog, maar ze vermoedde dat haar moeder wel doorhad dat er iets niet klopte. Toch zei ze niks en liet ze Lina gewoon naar het tuinhuisje gaan na het eten.
Haastig ging Lina op zoek naar een doos die groot genoeg was om Miko in te vervoeren. Die zat haar nieuwsgierig aan te kijken terwijl hij het puddinkje opat dat Lina voor hem had meegesmokkeld.
“Je kunt hier niet blijven”, zei Lina. Ze gooide een grote doos leeg die vol zat met tuingereedschap. Met een beetje geluk zou haar vader al dat losse gereedschap op de vloer niet verdacht vinden.
Miko hield zijn hoofd een beetje scheef, alsof hij ‘waarom niet?’ wilde zeggen.
“Mijn vader gaat het tuinhuisje opruimen en dan gaat hij jou zeker vinden.” Ze zette de doos voor hem op de grond. “Ik ga je naar mijn slaapkamer brengen. Maar dan moet je wel in de doos gaan zitten. En heel stil zijn!” Miko keek een beetje angstig naar de doos, alsof hij bang was dat die hem zou opeten.
“We hebben niet veel tijd”, smeekte Lina. “Mijn vader kan hier elk moment zijn.” Ze kon amper stilstaan van de zenuwen. Heel voorzichtig raakte Miko de doos aan. Toen er niks gebeurde keek hij al iets minder bang.
“Geen zorgen, je mag er zo weer uit. Ik draag je door de tuin en dan de trap op. En dan mag je er in mijn slaapkamer weer uit. Maar je moet wel heel stil zijn, goed?” Miko keek haar met zijn grote ogen aan en stapte toen in de doos. Lina deed het deksel dicht en liep snel met de doos in haar armen terug naar het huis.
“We zijn er bijna”, fluisterde ze door het karton heen toen ze halverwege de trap was.
“Lina?” klonk de stem van haar moeder. Lina bleef abrupt staan en keek om. Haar moeder stond onderaan de trap.
“Ja, mam?”
“Ik ga zo al het beddengoed wassen. Wil je die van jou even bij de wasmachine leggen? Of zal ik het zelf even doen?”
“Nee, nee”, zei Lina snel. “Ik doe het wel!” Ze rende de laatste treden omhoog, zette de doos in haar slaapkamer en deed de deur achter zich dicht. Daarna deed ze de doos open en begon ze zo snel als ze kon haar dekbed uit de hoes te trekken. Miko’s hoofd kwam uit de doos tevoorschijn, terwijl Lina haastig haar kussen uit de sloop trok en het hoeslaken door de kamer gooide. Daarna propte ze alles in elkaar en rende ze de kamer uit. Binnen een paar seconden was ze weer terug.
“Zo”, zei ze opgelucht toen ze de deur van haar slaapkamer achter zich dicht trok. “We waren bijna ontdekt. Je mag uit de doos komen, hoor.” Ze glimlachte naar Miko, die nog steeds in de doos zat. Maar hij bleef zitten en nestelde zich met een tevreden gezicht in een hoekje. Blijkbaar vond hij de doos wel comfortabel.
“Blijven zitten mag ook”, lachte ze. “Maar we moeten wel een manier verzinnen om je te verstoppen voor het geval mijn moeder binnenkomt als ik op school ben.”
Ze keek haar kamer rond. In de kast? Nee, daar legde haar moeder regelmatig haar schone was in. En het was niet erg fijn voor Miko. Onder het bureau? Dat was te open. Haar moeder zou de doos meteen zien. Onder het bed dan? Ze testte of de doos onder haar bed pastte. Dat ging net. Ze kon geen reden bedenken waarom haar moeder onder haar bed zou kijken. De perfecte plek dus!
“Vroeger was ik bang voor monsters onder mijn bed en nu stop ik er zelf eentje onder”, giechelde Lina toen ze de doos met Miko er in onder haar bed schoof. Die had duidelijk geen idee waar ze het over had, maar hij keek haar tevreden aan.
Vanaf dat moment woonde Miko onder Lina’s bed. Als Lina thuiskwam van school, dan haalde ze de doos onder haar bed vandaan en speelden zij en Miko spelletjes of keken ze een film. Ze zorgde er natuurlijk voor dat Miko altijd genoeg te eten en drinken had. En soms nam ze hem mee naar buiten om samen in het bos te spelen. Maar dat kon alleen als haar moeder niet thuis was, want die zag altijd alles en zou hen zeker weten betrappen.
————————————-
Op een dag kwam Lina thuis van school en ging ze naar haar kamer. Ze had een snack voor Miko in haar broekzak verstopt, zoals ze zo vaak deed.
“Miko, ik ben thuis!” riep ze terwijl ze haar kamer binnenkwam. Meestal kroop Miko meteen uit de doos, maar dit keer deed hij dat niet.
“Ik heb een snack voor je.” Weer hoorde ze helemaal niks. Dat was vreemd. Miko had altijd zin in een snack. Lina ging op haar knieën voor haar bed zitten en keek eronder.
“Miko?” zei ze terwijl ze de doos onder het bed vandaan trok. Ze deed hem open en schrok zich een hoedje. Leeg…
“Miko, waar ben je?” vroeg ze terwijl ze alles in haar kamer overhoop haalde en op elke mogelijke verstopplek keek. Maar Miko was er niet.
Lina’s hart begon sneller te slaan. Waar zou hij kunnen zijn? Had haar moeder hem gevonden? Was hij weggelopen? Had hij zich ergens anders verstopt? Snel keek ze in de badkamer en in de slaapkamer van haar ouders. Daar was hij ook niet.
Ze rende met twee treden tegelijk de trap af. Lina’s moeder stond vlees te braden in de keuken en haar vader was nog steeds bezig met het tuinhuisje. Nadat hij alles had opgeruimd en schoongemaakt, had hij namelijk besloten dat de buitenkant ook wel een nieuw kleurtje kon gebruiken. Hij stond met een pot verf naast zich en een dikke kwast in zijn hand de houten muren feloranje te verven. Zelf zat hij van top tot teen onder de verfspetters. Lina vond de kleur nogal lelijk, maar ze had er niks van gezegd. Zolang haar vader met het tuinhuisje bezig was, bemoeide hij zich in ieder geval niet met haar slaapkamer.
“Mam?” zei Lina terwijl ze de keuken binnen denderde.
“Wat is er? Je kijkt of je een spook hebt gezien”, zei haar moeder verbaasd.
“Ben jij in mijn kamer geweest?”
“Ik heb alleen wat schone was in je kast gelegd. Hoezo?”
“En je hebt niet onder mijn bed gekeken?”
“Nee.” Ze staarde Lina even achterdochtig aan. “Waarom vraag je dat? Is er iets dat ik moet zien?”
“Nee, nee, natuurlijk niet”, lachte Lina zenuwachtig. “Ik ben gewoon iets kwijt. Laat maar.”
“Misschien kan ik helpen zoeken?”
“Nee joh, dat is niet nodig. Het is eh… Het is niet belangrijk.”
“Oké…” zei haar moeder.
Lina rende de deur uit en de tuin in.
“Pap!”
“Hmm?” zei hij. Hij draaide zich om en glimlachte afwezig. De kwast in zijn hand droop zo erg dat hij een spoor verf achterliet in het gras.
“Heb jij…” begon ze. Maar toen zag ze zijn tevreden blik en de verfstrepen op zijn gezicht. Als hij een monster in haar slaapkamer had ontdekt, stond hij nu niet zo rustig te verven.
“Nee, laat maar”, lachte ze. Ze ging weer terug naar haar slaapkamer en met een zucht liet ze zich op haar bed vallen. Waar kon Miko zijn? Voor de zekerheid keek ze nog maar eens onder haar bed, in de kast en op elk andere plekje waar Miko zou kunnen zitten. Maar hij was echt weg.
Plotseling klonk er buiten een harde gil. Dat klonk als de buurvrouw! Lina rende meteen naar het raam en probeerde te ontdekken wat er aan de hand was. Eerst zag ze niks geks, maar toen rende de buurvrouw gillend de straat op.
“Help!” schreeuwde ze. “Een monster!”
Oh nee, dacht Lina. Dat kan maar één ding betekenen. Ze had gelijk, want nog geen seconde later schoot er een klein, grijs wezentje met puntige oren uit de bosjes.
Lina twijfelde geen moment en rende weer met twee treden tegelijk de trap af. Ze sprintte langs haar moeder, die bezorgd uit het raam stond te kijken, naar de voordeur.
“Lina?” vroeg ze verbaasd. “Wat ga je doen?”
Maar Lina was de deur al uit en rende de straat op.
“Miko!” riep ze. Maar Miko zat nog altijd achter de buurvrouw aan, die hysterisch rondjes rende om hem af te schudden. Miko vond dat alleen maar leuk. Hij dacht waarschijnlijk dat het een spelletje was, want Lina kon hem zachtjes horen giechelen. Ze probeerde hem te pakken te krijgen, maar hij was haar steeds te snel af.
Steeds meer buren kwamen naar buiten om te kijken wat er allemaal gebeurde. Eén buurman had een bezem in zijn hand, waar hij net nog de stoep mee aan het vegen was, en zwiepte hem richting Miko in een poging hem weg te jagen.
“Jaag hem deze kant op, ik krijg hem wel te pakken”, riep de buurman twee deuren verder. Hij had net een groot visnet uit de kofferbak van zijn auto gehaald.
Ze wilden Miko vangen! Dit ging helemaal niet goed.
“Wacht!” riep Lina, maar het was al te laat. De buurman met de bezem had Miko precies de goede kant op gejaagd en hij liep recht in het net van de andere buurman.
“Ha! Nu heb ik je!” riep hij tevreden. Miko begon eindelijk door te krijgen dat het geen spelletje was en spartelde wild in het net.
“Laat hem los”, zei Lina boos. Maar niemand lette op haar, want iedereen keek naar Miko.
“Wat is dat voor eng beestje?” vroeg iemand.
“Moet je zijn puntoren zien.”
“Dat is helemaal geen dier, dat is een monster.”
“Ja, hij heeft gelijk. Zien jullie die enge tanden?”
“Hij wilde de buurvrouw opeten.”
Lina’s ouders waren inmiddels ook naar buiten gekomen.
“Kom, Lina. Niet zo dichtbij”, zei haar vader bezorgd. Hij wilde haar bij Miko wegtrekken, maar ze trok zich los en ging op haar knieën naast het net zitten. Miko keek bang naar haar op en ze deed haar best om hem uit het net te bevrijden.
“Hé, wat doe je?” zei de buurman verontwaardigd. Hij pakte haar bij haar arm om haar tegen te houden.
“Jullie snappen het niet”, riep Lina. “Hij doet helemaal niks. Hij is mijn vriend!” Maar niemand luisterde naar haar en twee paar handen trokken haar weg. Voor ze het wist stond ze achter een muur van mensen. Ze kon Miko nog amper zien tussen al die benen en ruggen door.
Maar zo snel gaf Lina niet op. Miko was haar vriend en die liet ze niet in de steek. Voordat iemand kon reageren, wurmde ze zich weer naar voren en trok het net zo snel van Miko af dat de buurman niet eens tijd had om haar tegen te houden. Miko sprong in haar armen en hield haar stevig vast.
“Lina, wat heeft dit te betekenen?” zei haar moeder streng.
Alle ogen waren nu op haar gericht. Haar geheim was ontdekt en ze kon nu alleen nog maar de waarheid vertellen. En dat deed ze. Ze vertelde hoe ze Miko had gevonden en dat ze eerst bang was, maar dat hij heel lief bleek te zijn. Dat hij niet kan praten, maar dat hij haar wel kan verstaan. Ook vertelde ze dat ze hem al die tijd in het tuinhuisje had verstopt en hem stiekem eten bracht, en dat ze hem naar haar slaapkamer had moeten verhuizen toen haar vader het tuinhuisje ging opruimen. Totdat Miko opeens verdwenen was en ze de buurvrouw hoorde gillen.
“Hij wilde alleen spelen”, zei ze. “Hij doet echt niks!”
“Waarom heb je al die tijd niks gezegd?” vroeg haar moeder.
Lina haalde haar schouders op. “Ik weet dat ik geen huisdier mag, maar ik wil niet dat hij weg moet.”
Lina hield Miko nog steviger vast. “Mag ik hem houden? Alsjeblieft?” smeekte ze. “Hij is mijn vriend!”
“Ik weet het niet hoor, Lina”, zei haar moeder.
Haar vader had al die tijd niks gezegd en alleen maar geluisterd, maar nu keek hij Lina streng aan. Het was een gek gezicht met al die oranje verfstrepen op zijn wangen en in zijn haar. Als ze zich niet zo’n zorgen had gemaakt om Miko, dan had ze het erg grappig gevonden.
“Hoe lang houd je hem al verborgen?” vroeg hij.
Lina staarde naar de grond. “Drie weken.”
“Drie weken?” riep haar moeder verbaasd.
“En je hebt al die tijd voor hem gezorgd?” zei haar vader.
Lina knikte. Een tijdje was het stil, maar toen ze weer opkeek zag ze dat er een glimlach op haar vaders gezicht was verschenen. Hij draaide zich om naar alle buren die vol verwachting naar het tafereel zaten te kijken.
“Dit wezentje is duidelijk niet gevaarlijk.” Hij gebaarde naar Miko, die angstig om zich heen zat te kijken in Lina’s armen. “En ik denk dat Lina wel heeft bewezen dat ze zelfs zonder hulp heel goed voor hem kan zorgen.”
Hij boog zich naar Lina’s moeder en pakte haar hand. “Een monster is misschien een beetje een gek huisdier, maar dat is toch juist leuk?” zei hij zacht.
Lina hield haar adem in terwijl ze wachtte op haar moeders antwoord.
Uiteindelijk knikte ze, nog steeds een beetje onzeker. “Goed dan. Maar Lina, je moet me beloven dat je zelf voor hem zorgt.”
De buurvrouw schraapte luid haar keel en keek nog een beetje humeurig naar Miko.
“En hij mag de buurvrouw niet meer lastigvallen”, voegde Lina’s moeder er snel aan toe.
“Beloofd”, zei Lina plechtig. Miko glimlachte vriendelijk naar de buurvrouw, alsof hij sorry wou zeggen.
“Hmm”, zei de buurvrouw bedenkelijk. “Vooruit dan maar. Zolang hij maar bij mij uit de buurt blijft.” Ze liep mompelend terug naar haar huis.
Lina gaf haar vader en moeder een dikke knuffel en stelde ze voor aan Miko, die een beetje verlegen naar ze zat te kijken. Maar dat was snel over toen Lina’s vader voorstelde om met z’n allen pannenkoeken te gaan eten. Miko’s ogen begonnen meteen te glimmen. Lina moest lachen, want ze wist allang dat Miko gek was op pannenkoeken. Ze hoopte maar dat haar vader een grote stapel zou bakken, want hij zou er snel achter komen dat Miko een grote eetlust had.
En zo kwam het dat Miko zich vanaf die dag niet meer hoefde te verstoppen en gezellig bij Lina en haar ouders kwam wonen. Al na een paar dagen was het alsof Miko er altijd al was geweest. Niet alleen voor Lina en haar ouders, maar ook voor de buren. Zelfs de buurvrouw groette Miko als ze hem tegenkwam op straat, al bleef ze altijd op een afstandje. “Gewoon voor de zekerheid”, zei ze dan.
Dus als je ooit een keer door de straat loopt waar Lina woont, kijk dan niet vreemd op als je een grijs monstertje met puntige oren tegenkomt. Want dat is in deze straat heel gewoon.
Verder lezen? Bekijk alle avonturenverhalen of verhalen vanaf 8 jaar.
Laat een reactie achter