griezelverhaal

De toverdranken van heks Lenora

Lenora de heks doet niets liever dan toverdrankjes brouwen om mensen te helpen. Maar sommige mensen vragen zich af of zij wel een goede heks is, met haar zwarte kleren, kromme neus en puntige hoed. En als er een nieuwe heks in het dorp komt, eentje met lang blond haar, kleurrijke rokken en een stralende glimlach, is het wel duidelijk wie de goede en wie de slechte heks is. Maar is het eigenlijk wel zo simpel? 

Het verhaal

Tevreden roerde Lenora in haar grote heksenketel. Haar toverdrankje was nog beter gelukt dan ze had gehoopt. Dat zou de ziekte van de kleine jongen zeker snel genezen. Snel deed ze de drank in een flesje, drukte de kurk erop en stopte het in haar handtas. 

“Kom, Bo”, zei ze tegen haar zwarte kat. Hij sprong meteen van de vensterbank en liep samen met Lenora over het zandpaadje naar het dorp dat net buiten het bos lag. Het was een korte wandeling, maar Lenora genoot van de zon op haar gezicht en het vrolijke geluid van fluitende vogels en zoemende bijen. Het was nog zomer, maar ze rook verandering in de lucht. De herfst kwam eraan. Het zou niet lang meer duren voordat het kouder en donkerder werd. Toch had ze het gevoel dat er meer aan de hand was dan alleen de komst van een nieuw seizoen. Iets waar ze haar vinger niet helemaal op kon leggen.

Ze schudde het gevoel vastberaden van zich af toen ze bij het dorp aankwam. De jongen had haar nodig. Ze ging rechtstreeks naar zijn huis, waar zijn moeder al op haar stond te wachten in de deuropening. Ze nam Lenora snel mee naar de slaapkamer van haar zoon. Bo sprong op het voeteneind van het bed en krulde zich spinnend op. De jongen had het niet eens door. Hij zag er nog slechter uit dan de laatste keer dat Lenora hem had gezien. Zweet stond op zijn voorhoofd en hij ademde zwaar. 

“Nicky, Lenora is er”, fluisterde zijn moeder. Nicky leek amper te merken dat er mensen om zijn bed stonden en reageerde niet. 

Lenora haalde het toverdrankje uit haar tas en trok de kurk van het flesje. Ze keek even om toen er iemand in de deuropening kwam staan. Het was de vader van Nicky. Hij volgde met een achterdochtige blik elke beweging die Lenora maakte. Ze wist dat hij haar hier liever niet wilde hebben, maar nu elke andere poging om de jongen beter te maken was mislukt, was zij de laatste kans die ze hadden. Zijn norse blik stoorde haar helemaal niet. Ze was er allang aan gewend dat mensen het liefst bij haar uit de buurt wilden blijven. Zo gaat dat nou eenmaal vaak als je een heks bent.

Ze zette het flesje aan de mond van de jongen en goot de inhoud voorzichtig in zijn mond. Ze lette erop dat er geen druppel achterbleef en hij alles doorslikte. Daarna trok ze zijn deken nog wat verder omhoog richting zijn kin om hem warm te houden.

“Zijn koorts zal nu snel zakken”, zei ze tegen zijn moeder. “Laat hem goed rusten en hij zal binnen een paar dagen weer de oude zijn.” 

Nicky’s moeder bedankte Lenora uitvoerig en stak een paar zilveren munten naar haar uit, maar Lenora schudde haar hoofd. 

“Betaal me maar als de jongen weer beter is.” Ze wees naar de munten. “De helft daarvan is meer dan genoeg.” Ze wenkte Bo, glipte langs Nicky’s vader de deur door en vertrok weer naar huis. 

Lenora gaf niks om geld. Ze vroeg altijd alleen genoeg om van te kunnen leven. Op voorwaarde dat de mensen die ze hielp dat geld ook echt konden missen. 

Zacht neuriënd liep ze door het dorp naar de rand van het bos. Bo liep voor haar uit en sprong af en toe op een vlinder of een bij af. 

“Misschien heeft ze Nicky wel zelf ziek gemaakt”, fluisterde iemand. Lenora zag in haar ooghoek een paar jongens naar haar kijken, half verscholen achter een boom.

“Ja, zodat ze hem later ook zelf weer kon genezen en er geld mee kan verdienen”, vulde een van de andere jongens aan. 

“Straks hoort ze jullie!” siste een derde jongen. “Ze is een heks, straks vervloekt ze je nog.”

Drie paar voetstappen renden haastig een andere kant op.

Lenora keek niet om. Ze wist best dat niet iedereen in het dorp haar vertrouwde. Het hielp ook niet mee dat ze buiten het dorp in een verlaten deel van het bos woonde, met een zwarte kat in de vensterbank, een tuin met giftige kruiden naast het huis en een heksenbezem bij de voordeur. Daarnaast zag ze er ook nog eens uit als een heks, met haar kromme neus, zwarte jurk en puntige hoed. Maar dat was nou eenmaal wie Lenora was en ze was niet van plan om dat te veranderen.

Onderweg naar huis voelde Lenora steeds sterker dat er naast de herfst ook nog iets anders in aantocht was. Een grote verandering. 

En die verandering kwam op een dag in de vorm van Lucinda. 

Lucinda was een heks, net als Lenora, maar het verschil tussen hen kon niet groter zijn. Lucinda was lang en smal en ze verscheen nergens zonder haar stralende glimlach. Ze had lang blond haar dat altijd perfect krulde en als de zon er precies goed op scheen leek het wel van goud te zijn. Ze droeg kleurrijke jurken met bloemen en bladeren erop en had altijd een roze bolhoedje op haar hoofd.

Binnen een dag kende iedereen haar naam en was het hele dorp meteen gek op haar. Lucinda kon net zo goed toveren als Lenora, maar in plaats van vreemd smakende toverdrankjes brouwen, toverde ze dingen met haar toverstok, las ze spreuken op uit haar spreukenboek of bakte ze magische broodjes die ziektes konden genezen. Dat was pas magie!

Lenora vond het helemaal niet erg dat Lucinda opeens in het dorp was verschenen. Wat haar betreft was er plek genoeg voor twee heksen. Misschien konden ze wel van elkaar leren. 

Maar het werd snel duidelijk dat Lucinda het daar helemaal niet mee eens was. Ze wilde het dorp voor haarzelf en dat betekende dat Lenora weg moest. Om dat voor elkaar te krijgen begon ze de dorpelingen in hun oor te fluisteren. Was Lenora eigenlijk wel een goede heks? Dat kon toch helemaal niet, met haar puntige hoed en zwarte kat? En waarom woonde ze helemaal in haar eentje in het bos? Had ze soms iets te verbergen? Er gingen tenslotte wel veel ziektes rond in het dorp en was de oogst laatst ook niet mislukt? Wat als Lenora er iets mee te maken had? 

Het waren allemaal dingen die de dorpelingen zich zelf stiekem ook weleens hadden afgevraagd, maar die ze nooit echt hadden geloofd. Maar Lucinda was een goede heks, dat zag je zo. En als zij zei dat Lenora slecht was, dan moest het wel waar zijn, toch?

***********

In de weken erna begonnen steeds meer mensen in het dorp ziek te worden, het werd slechter weer en er brak zelfs een keer brand uit. Lenora maakte zich grote zorgen en deed haar best om zoveel mogelijk toverdrankjes te brouwen die de dorpelingen konden redden van de rampspoed. Maar ze was maar alleen en ook al roerde ze dag en nacht in haar ketel, ze kon het niet allemaal in haar eentje oplossen. 

“Is het niet gek dat alles verkeerd begon te gaan vlak nadat ik in het dorp kwam?” zei Lucinda. “Lenora was meteen al jaloers op mij. Misschien wil ze wraak nemen.” 

De dorpelingen knikten. Dat was inderdaad raar. En iedereen wist dat Lenora jaloers was. Dat had Lucinda ze tenslotte vaak genoeg verteld. 

“Misschien heeft ze Nicky ook wel helemaal niet genezen en is het Lucinda geweest die hem heeft gered”, zei Nicky’s vader. De dorpelingen knikten weer instemmend. 

Het duurde maar een week voordat iemand zei, “We moeten Lenora verbannen.”

Iedereen was het er mee eens. Dat moest wel de beste oplossing zijn.

En zo kwam het dat er een uur later een grote groep dorpelingen bij Lenora op de stoep stond. 

“Jij bent niet meer welkom in het dorp, Lenora”, riepen ze. “Je bent een slechte heks. We willen alleen maar goede heksen, zoals Lucinda.” 

Lenora zei niks terug. Wat kon ze zeggen? Ze wist dat er niks aan te doen was. Ze bleef alleen achter in het bos, roerde niet meer in haar ketel en zette geen stap meer in het dorp. Precies zoals de dorpelingen het wilden. 

De tijd ging voorbij en het werd herfst. Tot iedereens grote schrik werd de rampspoed in het dorp niet minder, maar alleen maar erger. Er kwamen grote stormen, er gebeurden ongelukken en één keer werden ze zelfs aangevallen door een groep hongerige wolven. En dat terwijl er helemaal geen wolven in het bos woonden. Waar kwamen die ineens vandaan?

Lucinda had een magische oplossing voor elk probleem, maar die oplossingen werden wel steeds duurder naarmate de rampen groter werden. Lucinda werd alsmaar rijker en het dorp alsmaar armer. Al snel konden de meeste mensen haar hulp niet meer betalen. 

Zachte fluisteringen gingen voorzichtig door het dorp. 

“Hadden we niet een stuk minder problemen voordat Lucinda in het dorp kwam?” 

“Ze vraagt veel te veel geld, ook al weet ze dat we niks meer hebben. Dat deed Lenora nooit.”

“Wat als Lucinda een slechte heks is?”

“Hebben we de verkeerde heks verbannen?”

Langzaam begonnen de twijfels door het hele dorp te verspreiden. 

***********

Een paar dagen later kwam er een meisje bij Lucinda om een geneesmiddel voor haar moeder te vragen. Lucinda noemde het bedrag wat ze ervoor wilde hebben. Het was meer dan ze ooit eerder had gevraagd.

“Maar dat kan ik niet betalen”, smeekte het meisje. 

Lucinda haalde haar schouders op. “Dan kan ik je niet helpen.” 

Snikkend rende het meisje weg. Maar toen kreeg ze een idee. Ze had een heks nodig, en als Lucinda haar niet wilde helpen, dan zat er maar één ding op. 

Ze rende naar het bos en even later klopte ze zacht aan bij het huisje van Lenora. Toen Lenora de deur opendeed en het meisje zag staan, liet ze haar snel binnen. Ze had het meisje al vaker in het dorp gezien en wist dat ze Lily heette.

“Wat is er aan de hand?” vroeg ze terwijl ze Lily een zakdoek voor haar tranen en een stukje warme pompoentaart voor de troost gaf. Lily vertelde dat haar moeder ernstig ziek was. 

“Maar ik heb helemaal geen twintig zilverstukken voor het medicijn”, snikte ze.

“Twintig zilverstukken?” zei Lenora geschrokken. “Is dat wat Lucinda ervoor vraagt?”

Lily knikte.

Lenora stond op en liep naar haar toverketel. Ze stak het vuur onder de ketel aan, rommelde tussen de tientallen flesjes en potjes die op planken aan de muur stonden en begon het ene na het andere ingrediënt in de ketel te gooien. 

“We moeten opschieten”, zei ze. “Je moeder heeft heel snel een toverdrankje nodig.” Ze drukte de enorme lepel van de ketel in Lily’s handen. “Help me met roeren.”

Lily stroopte haar mouwen op, ging op een krukje staan en roerde in de grote ketel terwijl Lenora ingrediënt na ingrediënt bleef toevoegen. 

Pas toen Lily zeker wist dat haar armen er elk moment af zouden kunnen vallen, glimlachte Lenora tevreden en nam ze de lepel over van Lily. Ze veegde het zweet van haar voorhoofd en vulde snel een flesje met de toverdrank. 

“Breng dit naar je moeder”, zei ze. “Het zal haar genezen, ik ben er zeker van.”

“Bedankt, Lenora”, zei Lily opgelucht. Toen rende ze zo snel ze kon de deur uit. 

Het was gelukkig net op tijd. Lily gaf de toverdrank aan haar moeder en al na een uur voelde haar moeder zich een stuk beter. Lily was nog nooit zo blij geweest. Lenora had haar moeder gered!

Ze vertelde iedereen die het maar horen wilde wat er was gebeurd. 

“Daar is helemaal niks van waar”, snoof Lucinda boos. Maar het verhaal van Lily was de laatste druppel en niemand geloofde Lucinda meer. Iedereen had haar hulp in de afgelopen weken wel een keer nodig gehad, maar haar hoge prijzen niet kunnen betalen. En Lucinda was inmiddels hartstikke rijk geworden van hun geld.

De dorpelingen beseften dat ze een grote fout hadden gemaakt. Lenora had Lily en haar moeder geholpen zonder er iets voor terug te vragen. En dat terwijl ze haar verbannen hadden!

“Ik wil Lenora terug”, zei iemand. 

“Ik ook!” klonk het overal. 

“Maar ik ben de goede heks, niet Lenora”, riep Lucinda boos. 

“Dat is niet waar”, riepen Lily en haar moeder in koor.

“We moeten Lucinda verbannen”, stelde Nicky voor.

En dat was precies wat er gebeurde. Iedereen was het erover eens dat Lucinda haar spullen moest pakken. Dat deed ze, maar ze was zo kwaad dat het keihard begon te waaien en regenen. Zelfs nadat ze weg was, bleef het wel drie dagen lang stormen en onweren.

Intussen gingen de dorpelingen naar Lenora in het bos.

“Het spijt ons zo erg”, zeiden ze. “Wil je alsjeblieft weer onze heks zijn?”

Lenora glimlachte. Nu ze Lily en haar moeder had geholpen, merkte ze pas hoe erg ze het had gemist om toverdranken voor iedereen te maken. Ze besloot om de dorpelingen een tweede kans te geven. “Natuurlijk wil ik dat”, zei ze.

Lucinda’s stormwolken verdwenen meteen en de warme herfstzon scheen weer op het dorp. 

Vanaf die dag was alles weer goed. Lenora bleef lekker in haar hutje in het bos wonen en maakte weer de hele dag toverdranken voor het dorp, en de dorpelingen hadden hun heks weer terug. Het enige verschil was dat niemand er ooit meer aan twijfelde dat Lenora een goede heks was. 

Af en toe kwam er een heks naar het dorp toe die een tijdje samenwerkte met Lenora, zodat ze van elkaars magie konden leren. Maar soms kwam er ook een heks die slechte bedoelingen had en het werk van Lenora wilde overnemen. Daar staken de dorpelingen dan een stokje voor door die heks snel weer het dorp uit te gooien. 

“Die Lenora van jullie is een slechte heks. Dat zie je toch zo met haar zwarte kat en kromme neus?” mopperden die heksen altijd als ze verbannen werden.

Maar daar wilden de dorpelingen niks van weten.  

“Lenora is niet alleen een goede heks”, zeiden ze dan, “ze is de allerbeste heks die er is!”

 

Iets anders lezen? Bekijk alle griezelverhalenfantasieverhalen of verhalen vanaf 8 jaar.